Kapitel 4 - Grammatik - Het voltooid deelwoord (14/9)

Grammatik
Modale hulpww & het voltooid deelwoord
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatik
Modale hulpww & het voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe bepaal je de stam van
een zwak werkwoord?

Slide 3 - Woordweb

Wat is eigenlijk een voltooid deelwoord?

Slide 4 - Woordweb

Basisregel voor het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden
Het voltooid deelwoord wordt gevormd door: 

GE + STAM + T

Bijvoorbeeld:
hören - Wir haben es gestern schon gehört. 
spielen - Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 

Slide 5 - Tekstslide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden waarbij de stam op een -t of een -d eindigt, wordt gevormd door:

GE + STAM + ET

Bijvoorbeeld:
arbeiten - Wir haben gestern den gazen Tag gearbeitet.

Slide 6 - Tekstslide

Uitzondering 
Het voltooid deelwoord van werkwoorden op -ieren wordt gevormd door: 

STAM + T

Bijvoorbeeld:
fotografieren - Was hast du fotografiert?

Slide 7 - Tekstslide

Wat valt je op aan deze zinnen?
Wir haben es gestern schon gehört. 
Mein Hund hat mit meiner Katze gespielt. 
Was hast du fotografiert?

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan
Om welk werkwoord gaat het? Plaats dit werkwoord naar het einde van de zin en maak er als volgt een voltooid deelwoord van:

1.  Wat is de stam van het werkwoord?

2. Eindigt de stam op –T, -D of het werkwoord op–IEREN? 
     Nee? =, regel: GE + STAM + T
     Ja?    =  regel: ieren = STAM + T             d/t      = regel: GE + STAM + ET


3. Gebruik de juiste regel bij het werkwoord (aan het einde van een zin).

Slide 9 - Tekstslide

We gaan oefenen!
Vul het juiste voltooid deelwoord in. 

Slide 10 - Tekstslide

Voltooid deelwoord?
Wo habt ihr letztes Jahr____(wohnen)

Slide 11 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Früher habe ich viel____(tanzen = dansen)

Slide 12 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Die Mannschaft hat gestern viel______(trainieren)

Slide 13 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ihr habt das Nintendo Spiel ______(kaufen).

Slide 14 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ich habe ein großes Haus ___________. (mieten)

Slide 15 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Ich habe nichts davon____(merken)

Slide 16 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Du hast zwei Jahre Deutsch_____(studieren)?

Slide 17 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Wer hat das Essen eigentlich_____?(kochen)

Slide 18 - Open vraag

Voltooid deelwoord?
Wie lange hast du ______(warten)?

Slide 19 - Open vraag

Aan de slag
Aufgabe 8, 9 & 10 op blz. 18/19
Aufgabe 1, 2 & 3 op blz. 20/21




Slide 20 - Tekstslide