5 havo 2018 tekst 9 t/m 11

Tekst 9
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Tekst 9

Slide 1 - Tekstslide

Antwoord vraag 27
1 wel       5 niet
2 wel      6 niet
3 niet      7 wel
4 niet


7 wel

Slide 2 - Tekstslide

Tekst 10

Slide 3 - Tekstslide

In welke alinea vind je het antwoord op vraag 28? Noem het nummer

Slide 4 - Open vraag


A

Slide 5 - Quizvraag

Antwoord vraag 28
De kern van een goed antwoord is:

Duitsland is de belangrijkste handelspartner van Nederland. / Het is goed voor de economie/handel.

Opmerking - Acceptabel: een economisch argument

Slide 6 - Tekstslide

Tekst 11

Slide 7 - Tekstslide

Vertaal het woord "allerdings" uit vraag 30

Slide 8 - Open vraag

Geef het antwoord op vraag 30
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het woord "jedoch" uit regel 11 in de tekst.

Slide 10 - Open vraag

Kies het antwoord van vraag 31
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 11 - Quizvraag

Vraag 32: Bij welke zin beginnen de voordelen voor de producenten? Noem de eerste twee woorden van die zin.

Slide 12 - Open vraag

Welk positief werkwoord in alinea 4 geeft aan, dat het om een voordeel gaat?

Slide 13 - Open vraag

Antwoord op vraag 32
De kern van een goed antwoord bestaat uit de volgende twee elementen:
•voordelen voor de producenten/winkels /De producenten/winkels kunnen hun oude/overjarige collecties/producten/spullen (zonder imagoverlies) verkopen 1 •voordelen voor de regio/werkzoekenden /De werkgelegenheid (in de regio) wordt gestimuleerd 1

Slide 14 - Tekstslide

Vul het woord van vraag 33 in

Slide 15 - Open vraag

Vraag 34: Welke werkwoorden uit alinea 4 geven iets negatiefs aan?

Slide 16 - Open vraag

Kiess het antwoord bij vraag 34
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 17 - Quizvraag

Antwoord van vraag 35
Das bedeutet (regel 34)

Opmerkingen
−Acceptabel: viel Platz (regel 34)
−Ook scorepunt toekennen als de juiste zin op een andere manier is aangewezen.

Slide 18 - Tekstslide