Welk tekstverband is gebruikt in onderstaande zinnen? Kies bij iedere zin het juiste zinsverband, je kunt kiezen uit opsomming of tegenstelling.
1: Bart houdt van appels, peren en bananen.
2: Hans is gek op hardlopen, maar niet als het regent.
3. Mag ik wat zeggen, vragen en vertellen?
4: Ik heb mijn huiswerk wel gemaakt, maar ik ben mijn schrift vergeten.
5: Ik lust wel appeltaart, maar niet als er rozijnen in zitten.