In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
SLB
Slide 1 - Tekstslide
SLB
Vandaag
- SMART
- Doelen formuleren BPV
- Omzetten in acties
- JOB monitor
- Gesprekken
Slide 2 - Tekstslide
S.M.A.R.T Waar staat de letter 'S' voor?
A
Slim
B
Specifiek
C
Sterk
D
Simpel
Slide 3 - Quizvraag
Specifiek -> Wat?
Wat willen we bereiken?
Wie zijn erbij betrokken?
Waar gaan we het doen?
Wanneer gebeurt het?
Welke delen van de doelstelling zijn essentieel?
Waarom willen we dit doel bereiken?
Slide 4 - Tekstslide
S.M.A.R.T Waar staat de letter 'M' voor?
A
Meetbaar
B
Machine
C
Melodie
D
Maatwerk
Slide 5 - Quizvraag
Meetbaar -> Waaraan?
Hoeveel gaan we doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er af als het af is?
Slide 6 - Tekstslide
S.M.A.R.T Waar staat de letter 'A' voor?
A
Accept giro
B
Andersom
C
Acceptabel
D
Allereerst
Slide 7 - Quizvraag
Acceptabel -> Waarom?
Er moet een actieplan zijn, wat ga je doen?
Activerend, Aanwijsbaar, hoe en wat?
Slide 8 - Tekstslide
S.M.A.R.T Waar staat de letter 'R' voor?
A
Raden
B
Rekenen
C
Review
D
Realistisch
Slide 9 - Quizvraag
Realistisch -> Welke? Kan dat?
Is het doel haalbaar?
'Ik wil 6 kilo patat eten vanavond'
Ik wil een patatje met mayo eten vanavond'
Slide 10 - Tekstslide
S.M.A.R.T Waar staat de letter 'T' voor?
A
Taarten
B
Tijdzin
C
Tijdgebonden
D
Testen
Slide 11 - Quizvraag
Tijdgebonden -> Wanneer?
Wanneer is het doel bereikt?
Wat is het eindpunt?
Slide 12 - Tekstslide
Ik wil een leuke baan (niet specifiek, niet meetbaar, niet tijdgebonden).
Is bovenstaand doel goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 13 - Quizvraag
Ik wil in periode 3 mijn opdrachten af hebben voordat de deadlines zijn verstreken. Dit wil ik doen door mijn opdrachten zelf in te plannen in mijn agenda zodat ik niet in tijdnood kom. Is bovenstaand doel goed of fout?
A
Goed
B
Fout
Slide 14 - Quizvraag
Schrijf zelf minimaal 2 doelen die je in de komende periode (binnen 10 weken) op stage wil behalen.
Slide 15 - Tekstslide
Doelen
Welke nieuwe leerdoelen formuleer je voor de komende periode? Aan welke competenties kun je deze leerdoelen koppelen?
Zorg dat je doel meetbaar, concreet, in gedrag omschreven en met een tijd is aangegeven (SMART).
Slide 16 - Tekstslide
Begin eens met..
Aan het eind van ... kan ik … door … omdat/want...
Slide 17 - Tekstslide
Schrijf een van je doelen op
Slide 18 - Open vraag
Competenties
Een competentie is een vermogen dat aantoont dat iemand geschikt is voor een taak. Dit vermogen omvat kennis, vaardigheden en attitudes.
Slide 19 - Tekstslide
Competenties voorbeelden
Inlevingsvermogen
Initiatief nemen
Assertiviteit
Communiceren
Stressbestendig
Zelfbeheersing
Doorzettingsvermogen
Afstand bewaren
Slide 20 - Tekstslide
Acties
Bedenk welke acties je wilt ondernemen om je doelen te behalen en maak hier voor een tijdsindeling. (Bijvoorbeeld: Ik overleg met diëtiste op maandag, ik doe meteen alle snoep de deur uit, dinsdag geef ik mij op voor de sportschool enz.)
Slide 21 - Tekstslide
Evaluatie
Aan het eind van de periode ga je terugkijken in hoeverre je je doelen hebt bereikt. Geef daarom nu al aan hoe op welke wijze je dit wilt evalueren ( volg voorbeeld: ik ga bij de diëtiste mij laten wegen, ik trek kleding met een maat kleiner aan)
Slide 22 - Tekstslide
Opdracht: Inleveren via teams
Lever de doelen, acties en evaluatie in via teams.