Future

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Future = toekomende tijd
Alles wat niet al gebeurd is (verleden tijd) en niet nu aan de gang is (tegenwoordige tijd). Dus alles wat nog moet 
gebeuren.

Slide 2 - Tekstslide

In welke tijd staat deze zin:
I walk to school every day
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 3 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My mother will be so angry when I get home...
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 4 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
My grandmother was very hungry during World War II.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 5 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
Tomorrow you are going to make a test.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Toekomende tijd

Slide 6 - Quizvraag

In welke tijd staat deze zin?
We played football yesterday.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
toekomende tijd

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Future = to be going to
     voorspellingen waar je bewijs
     voor hebt.  
     Je bent van plan om iets te 
     gaan doen
1
2

Slide 10 - Tekstslide

Future = to be going to
I am going to read
you are going to swim
he is going to write
we are going to sing
you are going to dance
they are going to walk

Slide 11 - Tekstslide

Future = to be going to
Am I going to read ?
Are you going to swim?
Is he going to write?
Are we going to sing?
Are you going to dance?
Are they going to walk ?

Slide 12 - Tekstslide

Future = to be going to
I am not going to read
you are not going to swim
he is not going to write
we are not going to sing
you are not going to dance
they are not going to walk

Slide 13 - Tekstslide

Future = Will
* gebruik je voor voorspellingen
* voor beloftes 
* als je aanbiedt om iets te doen

Slide 14 - Tekstslide

will + not = WON'T

Slide 15 - Tekstslide

Dus:
bij vragen gebruik je Shall bij I and we

Slide 16 - Tekstslide

Future = will
Shall I read ?
will you swim?
will he write?
Shall we  sing?
Will you dance?
Will they  walk ?

Slide 17 - Tekstslide

Future = will
I will not read
you will not swim
he will not write
we will not sing
you will not dance
they will not walk

Slide 18 - Tekstslide

________ (open - I) the window?
A
Will I open
B
Am I going to open
C
Shall I open
D
Do I open

Slide 19 - Quizvraag

you ....probably win first prize
A
will
B
are going to

Slide 20 - Quizvraag

You must be hungry.
I ... you a sandwich. (make)
A
am going to make
B
make
C
will making
D
will make

Slide 21 - Quizvraag

I have no idea, but I have a feeling that my team ..... (win) tomorrow's match.
A
will winning
B
will going to win
C
is going to win
D
will win

Slide 22 - Quizvraag

Look at those clouds! I think it ........!
(to rain)

Slide 23 - Open vraag

The phone is ringing. I ...... pick it up.

Slide 24 - Open vraag

We ....... lunch in that new restaurant on Sunday. (to have)

Slide 25 - Open vraag

What are you going to eat? I ......... a pizza. (to eat)

Slide 26 - Open vraag