Begrippentoets

Begrippentoets
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieBasisschoolGroep 1

In deze les zitten 31 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Begrippentoets

Slide 1 - Tekstslide

Ondernemen
Voor eigen risico en rekening een bedrijf beginnen. Door iets te verkopen aan klanten verdien je een inkomen. 

Slide 2 - Tekstslide

Omzet
De verkoopopbrengst van jouw verkochte goederen/diensten

Slide 3 - Tekstslide

Bedrijfskosten
Alle noodzakelijke kosten die je maakt voor je bedrijf.
Bijvoorbeeld: loon van je personeel, huur, etc.

Slide 4 - Tekstslide

ZZP'er
Zelfstandige zonder personeel

Slide 5 - Tekstslide

Dienstverlenende bedrijven
Een onderneming die een dienst verleent. 
Bijvoorbeeld een bioscoop

Slide 6 - Tekstslide

Handelsonderneming
Ondernemingen die producten inkopen en daarna weer verkopen.

Slide 7 - Tekstslide

Fabriek
Een grote werkplek waar spullen worden gemaakt. In de fabriek worden grondstoffen of halffabrikaten, dat zijn een soort half-afgemaakte spullen, gebruikt om nieuwe dingen te maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Product
Iets dat wordt gemaakt of geproduceerd om aan een behoefte of vraag te voldoen. Kan zowel een goed als een dienst zijn.

Slide 9 - Tekstslide

Goederen
Tastbare producten zoals computers, telefoons, brood en kleding.

Slide 10 - Tekstslide

Diensten
Diensten zijn niet tastbaar, zoals een festivalbezoek en een behandeling bij de huisarts.

Slide 11 - Tekstslide

Vraagvoorspelling
Proberen te weten waar de klant behoefte aan gaat krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

Behoeften
Het verlangen naar iets.
Onderscheiden in primaire en secundaire behoeften

Slide 13 - Tekstslide

UBO
Ultimate Beneficial Owner (UBO)
UBO's zijn de mensen die de uiteindelijke eigenaar zijn van, of mogen beslissen over een organisatie.

Slide 14 - Tekstslide

Vermogen
De totale waarde van de bezittingen van een persoon of bedrijf.

Slide 15 - Tekstslide

Cradle to cradle
De gebruikte grondstoffen worden volledig hergebruikt, zonder hun waarde te verliezen.

Slide 16 - Tekstslide

Continuiteit
Het voortbestaan van het bedrijf.

Slide 17 - Tekstslide

On demand
Op aanvraag/op bestelling

Slide 18 - Tekstslide

Duurzaam ondernemen
Ander woord voor MVO.
Duurzame ondernemingen denken na over de 3p's
Planeet
Mensen
Winst

Slide 19 - Tekstslide

MVO
Maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ondernemen en rekening houden met gezondheid, duurzaamheid en milieu.

Slide 20 - Tekstslide

Ondernemings(rechts)vorm
De juridische (rechts)vorm waarin het bedrijf wordt gegoten.

Slide 21 - Tekstslide

Rechtsvorm zonder rechtspersoonlijkheid

Dit betekent dat de eigenaar van het bedrijf persoonlijk verantwoordelijk is voor de schulden en verplichtingen van het bedrijf.

Bijvoorbeeld als een eenmanszaak failliet gaat, dan is de eigenaar privé aansprakelijk

Slide 22 - Tekstslide

Rechtsvorm met rechtspersoonlijkheid

Het bedrijf wordt beschouwd als een aparte 'persoon', los van de eigenaren. Dit betekent dat het bedrijf zelf verantwoordelijk is voor haar schulden en verplichtingen, en niet de individuele eigenaren.

Slide 23 - Tekstslide

Eenmanszaak
Een kleine onderneming waarbij één persoon de controle heeft.

Slide 24 - Tekstslide

Vennootschap onder Firma
Als 2 of meer personen onder een gemeenschappelijke naam een onderneming beginnen.

Slide 25 - Tekstslide

BV (besloten vennootschap)
Ondernemingsvorm met meerdere eigenaren.
Bv is een rechtspersoon. Niet de eigenaren, maar de bv is aansprakelijk voor de schuld.

Slide 26 - Tekstslide

NV (Naamloze vennootschap)
Ondernemingsvorm waarvan het vermogen is verdeeld in aandelen.  Iedereen kan (voor een stukje) eigenaar worden door aandelen te kopen. 

Slide 27 - Tekstslide

Coöperatieve vereniging
Vereniging met leden.
De leden hebben een gemeenschappelijk doel, bijvoorbeeld samen inkopen.

Voorbeeld: Wail, Yassir en Stephan kopen samen paracetamol in
Zo wordt het goedkoper om in te kopen en kunnen ze concurreren met Etos en Kruidvat.

Slide 28 - Tekstslide

Wettelijke aansprakelijkheid
Binnen een vereniging is iedereen aansprakelijk voor gelijke delen. Als iemand zijn deel niet kan betalen dan betalen de andere leden het tekort.

Slide 29 - Tekstslide

Beperkte aansprakelijkheid
De leden zijn aansprakelijk tot een maximum. Dit maximum is opgenomen in een akte.

Slide 30 - Tekstslide

Uitgesloten aansprakelijkheid
De leden kunnen alleen de eigen bijdrage kwijtraken. 
Niet aansprakelijk voor de rest.

Slide 31 - Tekstslide