Powercollege 6_Productiefactoren

Powercollege 6_productiefactoren
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Powercollege 6_productiefactoren

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
• Je weet wat de 4 productiefactoren van een fabriek zijn & waarom elke productiefactor belangrijk is.
• Je weet wat derving is en hoe dat kan ontstaan.
• Je kan 2 manieren opnoemen waardoor een bedrijf failliet kan gaan.
• Je weet het verschil tussen arbeidsintensief produceren en kapitaalintensief produceren. Ook kan ik opnoemen in welke landen er veel arbeidsintensieve productie is en in welke landen juist kapitaalintensief wordt geproduceerd.

Slide 2 - Tekstslide

Om een product te maken in een fabriek heeft een fabriek 4 dingen nodig. Welke 4 dingen zijn dat?
  • Kapitaal: Geld en machines die je lange tijd gebruikt
  • Natuur: Grondstoffen waarvan het product gemaakt word (hout, plastic, taal)
  • Arbeid: Mensen die werken in de fabriek
  • Ondernemerschap: Een eigenaar de fabriek leidt en natuurlijk mag genieten van de winst die de fabriek maakt.
  • Dit zijn dus de vier productiefactoren

Slide 3 - Tekstslide

Arbeid 
De productiefactor arbeid is belangrijk want:
  • Mensen in de fabriek houden de boel draaiend
  • Als ze slordig werken of fouten maken ontstaat er derving
  • Derving houdt in dat een product door schade niet meer te verkopen is. 
  • Het geld wat uitgegeven is om dit beschadigde product te maken gaat verloren. 

Slide 4 - Tekstslide

Kapitaal 
De productiefactor kapitaal is belangrijk want:
  • Het kan veel werk van mensen overnemen:
  • Machines kunnen vaak sneller werken dan mensen
  • Ze zijn op lange termijn goedkoper
  • Machines maken veel minder fouten
  • Nadeel: het is heel duur om een machine aan te schaffen. Je moet dan veel geld Investeren

Slide 5 - Tekstslide

Natuur
De productiefactor natuur is belangrijk omdat:
  • De prijs van de grondstof de prijs van het product bepaalt
  • De kwaliteit van je grondstof de kwaliteit van het product bepaalt
  • En natuurlijk is het product er van gemaakt, dus het is wel handig dat je het hebt. 

Slide 6 - Tekstslide

Ondernemerschap
De productiefactor ondernemerschap is belangrijk omdat:
  • Een slechte eigenaar de boel kan verprutsen en er per ongeluk voor kan zorgen dat zijn fabriek failliet gaat
  • Hij kan dat doen doordat zijn acties ervoor zorgen dat de fabriek:
  • Te weinig product verkoopt en/of
  • Teveel geld uitgeeft 

Slide 7 - Tekstslide

Investeren
  • Geld uitgeven aan iets met als doel om met dat ding wat je hebt gekocht geld te verdienen.
  • De bedoeling is dat je meer geld verdient na een bepaalde tijd, dan dat je aan je investering hebt uitgeven. 

Slide 8 - Tekstslide

Een fabriek kan op 2 manieren producten produceren
  • Arbeidsintensief en kapitaalintensief 
  • Arbeidsintensief:
  • Producten worden in de fabriek gemaakt door bijna alleen maar mensen te gebruiken.
  • Kapitaalintensief:
  • Producten worden in de fabriek gemaakt door bijna alleen machines te gebruiken. 

Slide 9 - Tekstslide

Kapitaalintensieve productie vindt plaats in: 
  • Westerse landen zoals Nederland, Duitsland, de VS & het VK. 
  • Dit komt, doordat de lonen in deze landen hoog liggen en hierdoor arbeidsintensieve productie erg duur is in de deze landen. Hierdoor zijn machines vaak goedkoper dan arbeiders.
  • Machines kunnen daarnaast sneller werken en maken bijna geen fouten. 

Slide 10 - Tekstslide

Arbeidsintensieve productie vindt plaats in: 
  • Veel arme Afrikaanse en en Aziatische landen. 
  • Dit komt, omdat daar de lonen heel laag liggen en personeel weinig geld kost. 
  • Mensen het werk laten doen is hierdoor goedkoper dan het aanschaffen van dure machines. 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video