Les 3- p2- A2B/H2C- Me gusta bailar

Welke drie Spaanse woorden zeggen iets over jou?
(karaktereigenschap, emotie etc) (let op, gebruik het woord ser)
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

Welke drie Spaanse woorden zeggen iets over jou?
(karaktereigenschap, emotie etc) (let op, gebruik het woord ser)

Slide 1 - Tekstslide

Unidad 4; Me gusta bailar
Mambo- Cuba

Slide 2 - Tekstslide

Perez prado- Mambo N5

Slide 3 - Tekstslide

Mambo dancing

Slide 4 - Tekstslide

Mambo
- Cuba
- Mambo betekent: gesprekken met goden
- Naam komt van een priester. 
- ontstaan vanuit de slavernij in Afrika. 
- Mambo als 'healer'. 
- Perez prado = grondlegger. 

Slide 5 - Tekstslide

Toetsstof: 
  • Vocab 4.1 t/m 4.4 in beide richtingen 
  • Frases clave p.6-7

  • Ontkenning (Negación) (gram. nr. 17ab) 
  • Zeggen hoe vaak je iets doet (gram. nr. 20) 
  • Kloktijden (gram. nr. 22, TB p.58 gele strook) 
  • Getallen 0-100 (TB. p. 97) 
  • Werkwoord Gustar (gram. nr. 34ab) 
  • Regelmatige werkwoorden in de tegenwoordige tijd (presente) (gram. nr. 35) 
  • Onregelmatige ik-vorm (gram. nr. 39-40) 
  • Onregelmatige werkwoorden: ir, jugar, dormir, acostarse, levantarse (gram. nr. 41, 43, 44, 47) 
Vocab. 4.1 + 4.2 alleen S-N. 
+ gram. nr 17ab (ontkenning) + 25 (ser), 26 (tener), 28 (llamarse), 34ab (gustar), 35 (regelmatige ww) + 41 (ir) + getallen 0-100 (TB p.97)  

10% extra op de toets

Slide 6 - Tekstslide

La planificación
Quince minutos: la introducción
Diez minutos: repasar la negación
Diez minutos: Vocabulario
Diez minutos: getallen 0-100
Quince minutos: Klokkijken
cinco minutos: los deberes


Slide 7 - Tekstslide

La negación
  1. schrijf de zinnen volledig over in je werkboek maar verander hem negatief (soms moet je daarvoor een woord veranderen of weghalen)                                                                                                                                                                                                                    hago= ik doe
1. Niet
yo quiero bailar en la discoteca.
2. nooit
Yo bailo el mambo.
3. helemaal nooit
Fui a Cuba.
4. helemaal niemand
hay otras en la clase. 
5. niet
el autobús llega tarde
6. Helemaal nooit
Hoy hago mucho

Slide 8 - Tekstslide

La negación

1) Het meest gebruikte woord voor een ontkenning is 'no'.
          Dit woord zet je voor het werkwoord. No + verbo              
               Ej: El autobús no llega al instituto

 2) Wederkerende werkwoorden werken zo:
           no + pronombres reflexivos + verbo
               Ej: No se sienten bien

3) Soms heb je twee negatieve elementen
         No + verbo + element 1 + ni + element 2
            Ej: No como carne ni pescado 
1) Niet: no 
    ej: no vivo aquí. = ik woon hier niet.


2) Nooit: nunca 
    ej: Nunca fui al concierto de Shakira.= Ik ben nooit bij een           concert van Shakira geweest.


3) Niemand: Nadie
     ej: Nadie habla Español = Niemand spreekt Spaans. 




Let op!!! 
Niets: no como nada = Ik eet niks 

Hier staat no voor het verbo en nada ALTIJD achter het ww

Slide 9 - Tekstslide

La negación
  1. schrijf de zinnen volledig over in je werkboek maar verander hem negatief (soms moet je daarvoor een woord veranderen of weghalen)                                                                                                                                                                                                                    hago= ik doe
1. Niet
yo no quiero bailar en la discoteca.
2. nooit
Yo nunca bailo el mambo.
3. helemaal nooit
no fui nunca a Cuba.
4. helemaal niemand
no hay nadie en la clase. 
5. niet
el autobús no llega tarde
6. Helemaal niets
Hoy no hago nada

Slide 10 - Tekstslide

Vocabulario
1. De komende 10 minuten ga jij voca 4.1 leren. 
2. Je mag dit doen op jouw manier. 
3. Je mag dit met je oortjes in.
4. Je doet dit alleen in rust

Slide 11 - Tekstslide

Los números 0-100
Un bingo

Jullie krijgen allemaal een bingokaart. 
probeer als eerste bingo te krijgen. 

Slide 12 - Tekstslide

¿Qué hora es?
Singular: 

Es
la una
Plural: 

Son:
las dos
las tres
las cinco
las ocho

Slide 13 - Tekstslide

Noem bij elke klok de juiste tijden
Respuestas
1. Son las cuatro en punto
2. Son las dos menos diez
3. Son las ocho y media
4. Son las doce en punto
5. Son las diez y cuarto
6. Son las cinco menos cuarto


Slide 14 - Tekstslide

Mi mejor amigo

  • In 3 tijdens de les gaan jullie voor kleine groepjes een presentatie geven over een vriend of vriendin. (de deadline voor het inleveren van je filmpje staat op vrijdag 1 dec)
  • De presentatie duurt 1,5 tot 2 minuten. 
  • Het cijfer telt 1x mee.

Slide 15 - Tekstslide

Groepjes komende periode:
Groep 1
Groep 2
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Kiyomi
Ilario
Daniël
Shane
Floranne
Nathan
Gabriël
Karsten
Lisa
Jackie
Maico
Reda
Abigail
Jessica
Sven
Esther
Sem
Favienne
Evi
Diana
Sol
Katelijne
Mila
Dagmar
Celina
Tieme
Lotte

Slide 16 - Tekstslide

Los deberes
Estudiar:
la negación
El verbo ir
Los números 0-100
klokkijken
vocabulario 4.1

Hacer: 

Slide 17 - Tekstslide