Grammatica: zinsbouw 3

Zinsbouw
Hoofdzinnen
1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinsbouw
Hoofdzinnen
1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
1)  Je kunt zinsdelen herkennen.
2)  Je kunt 1-2-3-zinnen en 
      3-2-1-zinnen maken.

Slide 2 - Tekstslide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg zinsdelen
Een hoofdzin bestaat uit zinsdelen. 
Een zinsdeel is één woord of
een groep woorden die bij elkaar horen



Slide 3 - Tekstslide

Doel: je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
De persoonsvorm (pv) is een zinsdeel.
Het onderwerp (ond) is ook een zinsdeel.
In een hoofdzin staan de persoonsvorm
en het onderwerp altijd naast elkaar.
In een hoofdzin komt de persoonsvorm
bijna altijd op de tweede plaats.

Slide 4 - Tekstslide

Doel: Je kunt zinsdelen herkennen.
Uitleg
Het onderwerp = 1
De persoonsvorm = 2
Een ander zinsdeel = 3
Voorbeeld

De leerling
gaat
vandaag
naar school.
1 onderwerp
2 persoonsvorm
3 ander zinsdeel
(tijd)
3 ander zinsdeel (plaats)

Slide 5 - Tekstslide

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Voorbeelden






De tijd, manier en plaats kunnen ook in een andere volgorde staan.
Maandag
gaat
hij
met de bus
naar huis.
3 az (tijd)
2 pv
1 ond
3 az (manier)
3 az (plaats)
Hij
gaat
maandag
met de bus
naar huis.
1 ond
2 pv
3 az (tijd)
3 az (manier)
3 az (plaats)

Slide 6 - Tekstslide

Doel: je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.
Opdracht
Maak 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen. 
Sleep de woorden naar de goede plaats.

Slide 7 - Tekstslide

1 ond
2 pv
3 az
tijd
3 az
plaats
gaat
in augustus
naar een andere school
de leerling

Slide 8 - Sleepvraag

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
plaats
gaat
in augustus
naar een andere school
de leerling

Slide 9 - Sleepvraag

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
manier
3 az
plaats
met de bus
de vrienden
naar Spanje
in de vakantie
willen

Slide 10 - Sleepvraag

1 ond
2 pv
3 az tijd
3 az
manier
3 az
plaats
met de trein
de familie
naar Frankrijk
in juli
wil

Slide 11 - Sleepvraag

3 az tijd
2 pv
1 ond
3 az
manier
3 az
plaats
met haar vrienden
zij
naar een restau-rant
vrijdag-avond
gaat

Slide 12 - Sleepvraag

Vragen?
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.

Heb je nog vragen?

Slide 13 - Tekstslide

Terugkijken naar de doelen
1) Je kunt zinsdelen herkennen.
2) Je kunt 1-2-3-zinnen en 3-2-1-zinnen maken.
Vraag
Wat is de volgorde van een 1-2-3-zin?
Wat is de volgorde in een 3-2-1-zin?
Denk hier in stilte over na (halve minuut).
Bespreek het met de klasgenoot naast je (halve minuut).

Slide 14 - Tekstslide

Ik kan zinsdelen herkennen.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 15 - Quizvraag

Ik kan een 1-2-3-zin en een 3-2-1-zin maken.
A
Ik heb nog hulp nodig.
B
Ik kan het goed.

Slide 16 - Quizvraag