Juridisch schrijven lesweek 2

Juridisch schrijven: lesweek 2
Deze week gebruiken we het boek:
Juridische Beroepsvorming
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Juridisch schrijvenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Juridisch schrijven: lesweek 2
Deze week gebruiken we het boek:
Juridische Beroepsvorming

Slide 1 - Tekstslide

Ga naar boom beroeps-
onderwijs. Open het boek
Juridische Beroepsvorming.
Ga naar het overzicht van
alle hoofdstukken.

Slide 2 - Tekstslide

Lees de titels van de hoofdstukken eens door.
Welk hoofdstuk zouden we het beste kunnen gebruiken voor het vak juridisch schrijven?
A
Hoofdstuk 1 Inleiding
B
Hoofdstuk 5 Communiceren
C
Hoofdstuk 8 Solliciteren
D
Hoofdstuk 10 Juridische taal en juridische werkwijze

Slide 3 - Quizvraag

Lees paragraaf 10.1 Inleiding

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Zoek op internet het Besluit geslachtsnaamswijziging op (op de site van wetten.overheid.nl). Bestudeer de tekst. Wat valt je je op aan het juridische taalgebruik in deze tekst?

Slide 6 - Open vraag

Lees paragraaf 10.2 Interpretatie - multi-interpretabel door. Wat betekent multi-interpretabel?
A
Dat juristen vaak veel zinnen gebruiken.
B
Dat een tekst voor meer dan één uitleg vatbaar is.
C
Dat juridische taal zaken exacter aanduidt.
D
Dat de betekenis van een zin blijkt uit de context.

Slide 7 - Quizvraag

Wat voor probleem kan er ontstaan als een juridische tekst multi-interpretabel is?

Slide 8 - Open vraag

Lees paragraaf 10.3 Complexe zinnen goed door. Leg in jouw eigen woorden uit waarom complexe zinnen in een juridische tekst niet altijd korter kunnen.

Slide 9 - Open vraag

Lees paragraaf 10.4 Moeilijke woorden en paragraaf 10.5 Woordenlijst goed door. In welk hoofstuk van dit boek staat de woordenlijst?
A
Hoofdstuk 1
B
Hoofdstuk 5
C
Hoofdstuk 10
D
Hoofdstuk 11

Slide 10 - Quizvraag

Ga naar paragraaf 10.13 Aan de slag en maak opdracht 9.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Vul hier 5 moeilijke woorden in
uit de bijlage van opdracht 9.

Slide 13 - Woordweb

Eindopdracht van vandaag: inleveren in ELO
Stel je voor dat jij werkt als juridisch adviseur. Een klant van jou heeft de brief uit opdracht 9 ontvangen. Hij vraagt jou om in "normaal Nederlands" uit te leggen wat er in de brief staat. Schrijf een mail aan jouw klant waarin je de inhoud van de brief uitlegt in begrijpelijke taal. 
Schrijf jouw mail in een Word-bestand en lever dit in de ELO in.

Slide 14 - Tekstslide