Klok + bezittelijk voornaamwoord

1 / 26
volgende
Slide 1: Video
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 2 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 3 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 4 - Tekstslide

Les heures.
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
Twaalf uur 's middags = midi
Twaalf uur 's nachts = minuit
Kwart over ... = Il est ... heures et quart
Half ... = Il est ... heures et demie
Kwart voor ... = Il est ... heures moins le quart

Slide 5 - Tekstslide

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 6 - Quizvraag

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 7 - Quizvraag

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
il est sept heures et demie

Slide 9 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over vijf

Slide 10 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
het is kwart voor twaalf 's nachts

Slide 11 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
het is kwart over 12 's middags

Slide 12 - Open vraag

Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 13 - Quizvraag

CH3 bron H: het bezittelijk voornaamwoord (1)






Het bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. 
De vorm hangt af van het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort.  
BV: Max is mijn broer - Max est mon frère (m.ev)

Slide 14 - Tekstslide

De vorm van het bezittelijk voornaamwoord

Slide 15 - Tekstslide

C'est (mijn) ... père.
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 16 - Quizvraag

(Hun) ... chats sont très mignons.
A
Notre
B
Nos
C
Leur
D
Leurs

Slide 17 - Quizvraag

Ce sont (onze) ... parents
A
vos
B
ses
C
leurs
D
nos

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Tekstslide

mijn vriend
A
mon ami
B
mes ami
C
ma ami

Slide 20 - Quizvraag

mijn vriendin
A
mon amie
B
mes amie
C
ma amie

Slide 21 - Quizvraag

jouw tafel
A
ton table
B
tes tables
C
ta table

Slide 22 - Quizvraag

uw bed

A
votre lit
B
vos lits
C
notre lit
D
nos lits

Slide 23 - Quizvraag

hun keukens
A
nos cuisines
B
leur cuisine
C
vos cuisines
D
leurs cuisines

Slide 24 - Quizvraag

mijn vriend
A
mon ami
B
mes ami
C
ma ami

Slide 25 - Quizvraag

mijn vriendin
A
mon amie
B
mes amie
C
ma amie

Slide 26 - Quizvraag