Kunst en cultuur 1/12

Wat betekend abstracte kunst?
A
Abstracte kunst stelt niets voor uit de ons omringende werkelijkheid
B
Organische vormen, met decoratieve lijnen geïnspireerd op de natuur
C
Een beeld met een herkenbare voorstelling
D
Met verf gooien op een canvas
1 / 21
volgende
Slide 1: Quizvraag
KunstMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Wat betekend abstracte kunst?
A
Abstracte kunst stelt niets voor uit de ons omringende werkelijkheid
B
Organische vormen, met decoratieve lijnen geïnspireerd op de natuur
C
Een beeld met een herkenbare voorstelling
D
Met verf gooien op een canvas

Slide 1 - Quizvraag

Waar ligt de nadruk bij abstracte kunst?
A
Decoratieve lijnen geïnspireerd op de natuur
B
Beeldcomponenten zoals vorm, lijn en kleur
C
Herkenbare vormen
D
Nadruk ligt op lijnen

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekend avant garde?
A
Meetkundig.
B
Kennis van de bouw van het lichaam.
C
Verzamelnaam voor vernieuwende kunststromingen van de 20e eeuw.
D
Wedergeboorte van de klassieke oudheid

Slide 3 - Quizvraag

Waar ligt de nadruk bij avant garde?
A
Een verzameling van lijnen doet een vorm ontstaan.
B
Grote zelfstandigheid van beeldende middelen zoals lijn, vorm en kleur
C
Alleen zwart wit
D
Alles met overlap

Slide 4 - Quizvraag

Suprematisme is
A
super meetkundig
B
figuratieve kunst
C
kunst opgebouwd met stippen
D
abstracte kunst

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 15 - Open vraag

Slide 16 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het dominante beeldcomponent?

Slide 21 - Open vraag