Hoofdstuk 7 - les 3

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 min)
  • Meervouds-n bij verwijzingen
  • Tussenletters in samenstellingen
  • Zelfstandig werken (20 min)
  • KWW, ZWW, HWW > vlog  
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands
  • Lezen (20 min)
  • Meervouds-n bij verwijzingen
  • Tussenletters in samenstellingen
  • Zelfstandig werken (20 min)
  • KWW, ZWW, HWW > vlog  

Slide 1 - Tekstslide

Meervouds-n bij verwijzingen
Bekijk de twee kolommen eens goed. 

Slide 2 - Tekstslide

Meervouds-n bij verwijzingen

Slide 3 - Tekstslide

Je kunt dus zeggen:

Je schrijft alleen een -n als:
- Het woord zelfstandig wordt gebruikt
en
- Het woord verwijst naar personen


In alle andere gevallen schrijf je geen -n!

Slide 4 - Tekstslide

Je moet beide/ beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 5 - Quizvraag

Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle/ allen met een hoofdletter beginnen.
A
alle
B
allen

Slide 6 - Quizvraag

Ik vind van planten leuk dat sommige/ sommigen met de zon meedraaien.
A
sommige
B
sommigen

Slide 7 - Quizvraag

Enkele/ enkelen hebben vragen gesteld.
A
enkele
B
enkelen

Slide 8 - Quizvraag

Tussenletters in samenstellingen

Slide 9 - Tekstslide

+
=
fiets + zaal = fietszaal

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Slide 12 - Video

Tussenletters -en-

kort samengevat


Het eerste woord heeft altijd een meervoud op -en.


Bijvoorbeeld:

krantenbezorger - kippensoep - rozengeur

Slide 13 - Tekstslide

Tussenletter -e-

kort samengevat


Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is.

Het eerste woord heeft een versterkende betekenis.

Het eerste woord heeft meervoud op -en én op -s.


Bijvoorbeeld:

Koninginnedag - apetrots- secondewijzer

Slide 14 - Tekstslide

Tussenletter -s-

kort samengevat


De tussenletter -s- kun je meestal horen.

Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

meningsverschil - varkensstal / varkensvlees

Slide 15 - Tekstslide

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
breedtegraad
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 16 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 17 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 18 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 19 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
maneschijn
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 20 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 21 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
weidevogel
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 22 - Quizvraag

Weektaak
Wat? Maken: H7 opdracht 15, 16, 17, 20, 21, 22, 23, 24
Hoe? In je werkboek, gebruik je aantekeningen
Hulp? Steek je hand op
Tijd? 20 minuten
Klaar? Lezen in je boek

timer
20:00

Slide 23 - Tekstslide