voltooid deelwoord

het voltooid deelwoord
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

het voltooid deelwoord

Slide 1 - Tekstslide

VD van sterke werkwoorden
Het voltooid deelwoord van vrijwel alle sterke werkwoorden eindigt op -en of -n
                 Ik heb heerlijk geslapen.
                 Wij hebben gisteren friet gegeten.
                 Hij heeft het niet gedaan
Bij het voltooid deelwoord van zwakke werkwoorden schrijf je wat je hoort. Hij heeft zijn band geplakt

Slide 2 - Tekstslide

Dus:
Sterke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -(e)n
smelten - smolten: Het ijs is gesmolten.

Zwakke werkwoord
voltooid deelwoord eindigt op -t of -d 
maken - maakten: Zij hebben wat moois gemaakt.

Slide 3 - Tekstslide


Weet je niet of een voltooid deelwoord op een –t of –d eindigt, 
  • gebruik de verlengproef (langer maken) 
  • of gebruik ’t ex kofschip

Slide 4 - Tekstslide

Kenmerken voltooid deelwoord
  • Een voltooid deelwoord begint bijna vaak met
      ge–, be-, ver-, ont-
  •  Een voltooid deelwoord eindigt op –en, –t of –d.
  •  Bij een voltooid deelwoord hoort altijd een hulpwerkwoord.
        zijn, hebben  en worden
  •  het VD staat meestal achteraan in de zin

Slide 5 - Tekstslide

  • een voltooid deelwoord kan ook gebruikt worden als een bijvoeglijk naamwoord. Je  schrijft het dan  zo kort en zo eenvoudig mogelijk

De trui is gebreid - de gebreide trui
Het werkstuk is geprint - het geprinte werkstuk

Slide 6 - Tekstslide

Noteer de werkwoorden:
1. Wat ben je veranderd.
2. Je hebt het zelf uitgekozen.
3. Je wordt gehersenspoeld.
4. Wie heeft dit bedacht?
5. Zij had een koekje gepakt.
6. Hij is jarig geweest.
7. Ik word naar school gereden.

Slide 7 - Tekstslide

         Oefenen

Slide 8 - Tekstslide

Noteer het voltooid deelwoord:
Heeft je zus haar tas al ... (pakken)?

Slide 9 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
Ik heb het hem gisteren ... (vertellen)

Slide 10 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren hebben wij de hele avond ...(dansen)

Slide 11 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Gisteren ben ik om vier uur naar huis...(gaan)

Slide 12 - Open vraag

Vul het voltooid deelwoord in.
Ik heb wel 10 minuten ...(fietsen)

Slide 13 - Open vraag

Noteer het voltooid deelwoord:
De appel wordt in stukjes (snijden)

Slide 14 - Open vraag

Voltooid deelwoord:

pletten

Slide 15 - Open vraag

voltooid deelwoord van
vouwen

Slide 16 - Open vraag

voltooid deelwoord
van raadplegen

Slide 17 - Open vraag

voltooid deelwoord
proeven
A
geproefd
B
geproeft
C
geproeven

Slide 18 - Quizvraag

Kies de juiste spelling van het voltooid deelwoord van:

ontdooien
A
ontdooid
B
ontdooit
C
geontdooid
D
geontdooit

Slide 19 - Quizvraag

Miguel is met zijn natte sportkleren aan op de bank
(ploffen - vdw).

vdw = voltooid deelwoord
A
geplofd
B
geploft
C
geplofdt

Slide 20 - Quizvraag

Tijdens de dropping zijn we (verdwalen - vdw) in het bos bij de camping.

vdw = voltooid deelwoord
A
verdwaalt
B
verdwaaldte
C
verdwaald
D
verdwaalte

Slide 21 - Quizvraag

Spelletjes op de smartphone hebben lange tijd mijn leven (beheersen- vdw).

vdw = voltooid deelwoord
A
beheersd
B
beheerst
C
beheersdt

Slide 22 - Quizvraag

Mijn ouders hebben er nooit over
(peinzen - vdw) om hun caravan te verkopen.

vdw = voltooid deelwoord
A
gepeinzt
B
gepeinst
C
gepeinzd
D
gepeinsd

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het vdw?
Wij hebben de theorie herhaald.
A
hebben
B
herhaald
C
hebben herhaald

Slide 24 - Quizvraag