Klas 2A gymn Freitag, den 12. November 2021

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Freitag, den 12. November 2021

• Willkommen
• Nachsehen Hausaufgaben
• Ziele dieser Unterrichtsstunde
• Wörter Plauderecke Schreibecke
• Der die das of die?
• Grammatik: Wiederholung Kapitel 2 und haben sein und werden + üben
• Machen Aufgaben
• Fragen Prüfung?
• Üben Plauderecke/Schreibecke
• Hausaufgaben
• Zum Schluss

Nachsehen Hausaufgaben:

Aufgaben 19.3 und 19.4 Seiten 70-71

Ziele dieser Unterrichtsstunde:

• Je weet hoe je de werkwoorden haben, sein en werden moet vervoegen
  
• Je kunt oefenen voor de GP.

Wörter Plauderecke Schreibecke

Übersetzen!

• Blume
• Eichhörnchen
• Blumenkohl
• Nudeln
• Kaninchen
• Salz
• Honig
• Schokolade
• Banane
• Professorin
• Käse

• Schwester
• Onkel
• Früchte
• Butter
• Haus
• Theater
• Neffe
• Pilze
• Pommes
• Brot
• Supermarkt

Grammatik: Wiederholung!

• Wat is de 1e stap voor vervoegen van zwakke werkwoorden en ook voor het vormen van het voltooid deelwoord?
• Wat is het ezelsbruggetje voor de uitgangen na de stam?
• Wat zijn sisklanken?
• Wat veranderd er aan de standaard uitgangen bij sisklanken (bij welk persoonlijk vnw. is uitgang anders?
• Wat kun je vertellen over werkwoorden met stam op d/t?
• Welke werkwoorden horen bij stam op d/t?
• Wat is de standaardregel voor voltooid deelwoord zwakke werkwoorden?
• Hoe gaat het voltooid deelwoord bij werkwoorden op stam d/t (+5 extra werkwoorden?
• Noem de 5 extra werkwoorden.

Haben sein und werden

• Wat betekenen deze werkwoorden?
• Waarvoor hebben we deze werkwoorden nodig?

Machen Aufgaben:

Selbständig machen:

• Aufgabe W4 Seiten 124-125
• Fertig: Aufgabe 19.1  Seite 69 + Textbuch bron 19 Seite 29. Lernen Wörterlisten/Plauderecken/Schreibecke/Grammatik
• Besprechen Aufgabe W4

Hören und Aufgabe machen

1. Hören Aufgabe 19.2 Seiten 69-70

2. Machen Aufgabe 19.1 Seite 69 + Textbuch bron 19 Seite 29.

     Fertig:  Aufgabe 18.3 Seiten 68-69. Lernen GP

     Besprechen Aufgabe 19.1

Grammatik üben:

der die das oder die

vervoegen zwakke werkwoorden en het voltooid deelwoord.

ein/eine oder kein/keine

haben, sein und werden

Fragen Prüfung (GP)

Plauderecke/Schreibecke üben

einander befragen

Machen Aufgabe:

Aufgabe 18.2 Seite 68

• Notiere in der richtigen Reihenfolge. Beginne mit dem unterstrichenen Wort.
• Fertig: Lernen GP
• Besprechen Aufgabe 18.2

Hausaufgaben:

Lernen: Wörterliste A + B Seite 33       Textbuch   NL→Duits en Duits→NL

Lernen: Plauderecke A + B Seite 27     Textbuch → vertalen van zinnen + antwoord kunnen geven op vragen.

Leren: Grammatik  Textbuch Seiten 31-32: 1 t/m 5  + Aantekeningen (ook voltooid deelwoord!!)

Leren: Schreibecke Seite 28 (bron 18) Textbuch -> vertalen van zinnen in het Duits (e-mail)

Tipp: WRTS und Quizlet → woorden en zinnen (Plauderecken) zetten!!!

Zum Schluss:

• Wat waren de doelen van vandaag.

Unterrichtsstof Prüfung (GP)

• Textbuch Seiten 31 + 32 ? Grammatik:

- 1 Zwakke werkwoorden

- 2 Werkwoorden met stam op d/t + 5 extra werkwoorden

- 3 Werkwoorden met stam eindigend op -s, -ss, -z, -x of ß

- 4 Het zelfstandig naamwoord

- 5 Ein/eine en kein/keine

- voltooid deelwoord standaardregel+ regel bij werkwoorden met stam op d/t + die 5 extra werkwoorden

• Wörterlisten A+B Seite 33 Textbuch NL→Duits en Duits→NL
  
• Plauderecke A+B Seiten 26-27 NL?Duits (met 1 antwoord)

- Nederlandse vraag vertalen en hierop in Duits antwoord, of

- Duitse vraag en hierop in Duits antwoord.

• Schreiben:

- e-mail (standaardzinnetjes) Bron 18 Textbuch Seite 28

Bij welk persoonlijk vnw. veranderd er iets bij de uitgangen, wanneer er sprake is van een sisklank in de stam.

Welke 5 werkwoorden horen bij werkwoorden met stam op d/t?

.... (Arbeiten) du in einer Werkstatt?
Zet werkwoord in de juiste vorm.

Wie .... (heißen) du?

Was ..... (brauchen) Sie heute weiter noch?

Was .... ihr sauber?

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

(Hebben jullie) .... .... ein Pferd .... (zeichnen)?

(Hij heeft) .... .... eine E-Mail .... (schicken)

(Ik heb) .... .... das Fenster .... (öffnen).

(Heeft u) .... .... ein Auto .... (kaufen)?

Grammatik: der die das 

Üben

Schwester

1. der
2. die
3. das

Büchlein

1. der
2. die
3. das

Busfahrer

1. der
2. die
3. das

Hengst

1. der
2. die
3. das

Streichholzschächtelchen

1. der
2. die
3. das

Großmutter

1. der
2. die
3. das

LessonUP

• Pak je mobiel.
• Ga naar Play Store.
• Zoek op: LessonUP → met icoontje raket.
• Installeren en openen.
• Code invoeren:           
• vul je emailadres van school in
• Bedenk een wachtwoord vul deze twee keer in (noteer dit wachtwoord op een veilige plek!!!!!)
• Je voor- en achternaam invullen.