Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
B&F, Staal, Spelling blok 4 week 3 les 3
Blok 4 week 3 les 3
Persoonsvorm
1 / 28
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spelling
Basisschool
Groep 5
In deze les zitten
28 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Blok 4 week 3 les 3
Persoonsvorm
Slide 1 - Tekstslide
ties gaat naar een bijzondere voorstelling
hij mag met zijn aardige opa frits mee naar deventer
de voorstelling begint om drie uur
daarom vertrekken ze om twee uur
de korte reis duurt een half uur
hoelang moeten ze in deventer wachten
Slide 2 - Tekstslide
Welke woorden uit het verhaaltje moeten met een hoofdletter?
A
Ties, Opa, Frits, De, Voorstelling, Hoelang, Wachten
B
Ties, Hij, Frits, Deventer, De, Daarom, Hoelang
C
Ties, Hij, Frits, Deventer, De, Daarom, De, Hoelang
D
Ties, Opa, Frits, Deventer, De, Daarom, De, Hoelang
Slide 3 - Quizvraag
Welke woordsoort is voorstelling?
A
lidwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
werkwoord
Slide 4 - Quizvraag
Welke zelfstandige naamwoorden staan er nog meer in het verhaaltje? (voorstelling hebben we al, het zijn er zes)
Slide 5 - Open vraag
Welke bijvoeglijke naamwoorden staan er in het verhaaltje? (drie)
Slide 6 - Open vraag
Even opfrissen en onthouden
De persoonsvorm is het werkwoord in de zin dat zegt wat iets of iemand doet.
Je vindt de persoonsvorm door de vraagproef. Als je van de zin een vraagzin maakt, komt de persoonsvorm vooraan te staan.
Slide 7 - Tekstslide
Wat wordt de vraagzin?
De voorstelling begint om drie uur.
Slide 8 - Open vraag
Wat is dan dus de persoonsvorm?
Slide 9 - Open vraag
Wat wordt de vraagzin?
Daarom vertrekken ze om twee uur.
Slide 10 - Open vraag
Wat is dan dus de persoonsvorm?
Slide 11 - Open vraag
Wat wordt de vraagzin?
De korte reis duurt een half uur.
Slide 12 - Open vraag
Wat is dan dus de persoonsvorm?
Slide 13 - Open vraag
Hoelang moeten ze in Deventer wachten?
Slide 14 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Vandaag winnen we de wedstrijd.
Slide 15 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
We weten het meteen.
Slide 16 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Dit jaar zijn we de kampioenen.
Slide 17 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
We dragen de beker met trots.
Slide 18 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
We genieten vandaag volop.
Slide 19 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Vandaag gaat Mees naar de dierentuin.
Slide 20 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Hij koopt een entreekaartje bij de kassa.
Slide 21 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
De mevrouw geeft hem geld terug.
Slide 22 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Hij loopt nu door de poort.
Slide 23 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Jens heeft al een tijdje een abonnement.
Slide 24 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Dat is nog maar een maand geldig.
Slide 25 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Dan moet het jongetje deze kaart verlengen.
Slide 26 - Open vraag
Wat is de persoonsvorm?
Daarvoor laat hij eerst een pasfoto maken.
Slide 27 - Open vraag
Goed gewerkt :)
Nu maak je de les in Gynzy , blok 4 week 3 les 3
Slide 28 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling g5 4.3.3 persoonsvorm
December 2022
- Les met
10 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
B&F, Staal, Spelling, Blok 4 week 2 les 3
April 2020
- Les met
26 slides
Spelling
Basisschool
Groep 5
Deel 7b, blok 2, week 3 Les 3 tijdsduur
April 2019
- Les met
16 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 5
Deel 7b, blok 2, week 3 Les 3 tijdsduur
Maart 2019
- Les met
20 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 5
inversie en vragen maken met vraagwoorden
September 2022
- Les met
27 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
inversie en vragen maken met vraagwoorden
Maart 2024
- Les met
26 slides
NT2
MBO
Studiejaar 2
grammatica
November 2022
- Les met
15 slides
Taal
Basisschool
Groep 7
343B tijd tot op de minuut
December 2020
- Les met
10 slides
Rekenen
Basisschool
Groep 5