Brandveiligheid

Welkom!
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen

Aan het eind van de les:

  • Weet je hoe een brand kan ontstaan.
  • Hoe je een brand kan blussen.
  • Weet je wat een vluchtplan is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voor brand heb je 3 elementen nodig
  1. Brandbare stof
  2. Ontstekingsbron
  3. Zuurstof

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BRAND!

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De vier meest voorkomende oorzaken van brand in de zorg

  • Elektrische apparaten
  • Roken op ongeoorloofde plekken
  • Koken 
  • Kaarsen of open haard
  • Onoplettendheid

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3 manieren om een brand te blussen
1. zuurstof wegnemen
2. Brandstof wegnemen
3. Ontbrandingstemperatuur wegnemen


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brand blussen: zuurstof wegnemen
blusdeken
CO2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brand blussen: Brandstof wegnemen


gaskraan dichtdraaien
CO2

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Brand blussen: temperatuur verlagen

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel tijd heb je om jezelf in veiligheid te brengen bij brand?
A
Ongeveer 0-3 minuten
B
Ongeveer 5-10 minuten
C
Ongeveer 10-20 minuten

Slide 13 - Quizvraag

Quizvraag:
Hoeveel tijd heb je om jezelf in veiligheid te brengen bij brand? 

Antwoord: A. Ongeveer 0-3 minuten

Als een brand genoeg zuurstof heeft, en er zijn veel brandbare stoffen aanwezig, dan kan een brand zich zeer snel ontwikkelen. Soms heb je niet eens 3 minuten de tijd om jezelf in veiligheid te brengen.
Wat is de meest voorkomende oorzaak van brand in gebouwen?
A
Onvoldoende verlichting
B
Defecte elektrische bedrading
C
Slechte ventilatie

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je een brand blussen?
A
Temperatuur weghalen
B
brandstof weghalen
C
zuurstof weghalen

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een frituurpan vliegt in brand, hoe blus je deze brand het beste?
A
met water sproeien
B
de brandstof weghalen
C
met een schuimblusser
D
met een deksel

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar moet je volgens de wet goed werkende rookmelders hebben?
A
Op iedere verdieping, aan het plafond (bij voorkeur in de vluchtroute)
B
Antwoord A + in de slaapkamer
C
Antwoord A + antwoord B + in iedere ruimte waarin kans is op ontstaan van brand

Slide 17 - Quizvraag

De wet geeft altijd de minimale brandveiligheidseisen waaraan moet worden voldaan.

Het juiste antwoord is A.

Maar beter is het om méér rookmelders in huis op te hangen. 

Antwoord C is het meest veilig. Als je op deze plaatsen rookmelders hebt opgehangen, dan wordt je het snelst gewaarschuwd als er rook aanwezig is.

Branden ontstaan meestal niet in de vluchtroute maar juist in de andere ruimten.

Bespreek ook: 
Waarom bij voorkeur dan tóch rookmelders in de vluchtroute ophangen?
Antwoord: De vluchtroute is de route die je iedere dag loopt om vanuit iedere ruimte naar buiten te komen. Je bent dit gewend. Ook in noodsituaties zal je waarschijnlijk deze route willen nemen. Maar als daar gevaarlijke rook komt, dan moet je dat zo snel mogelijk weten.

Als je in je huis de deuren gesloten houdt, en er ontstaat in één van de ruimtes brand, dan kan de gevaarlijke rook zich niet zo makkelijk verspreiden.
De rookmelders helpen je wel de brand snel te ontdekken. Zodat je snel in veiligheid kunt komen.

De rookmelders zien er niet allemaal hetzelfde uit. 


Wat doe je meteen als je grote vlammen in huis ziet?
A
Zelf proberen te blussen
B
Zo snel mogelijk naar buiten gaan
C
112 bellen

Slide 18 - Quizvraag

Antwoord B: Een grote brand geeft veel rook en is erg heet. 

Stelregel: Brand groter dan een voetbal of er is veel rook? Dan niet zelf blussen. Breng iedereen in veiligheid en bel 112.



Je loopt in de natuur. Je ziet brand. Wat doe je?
A
Probeer de brand te blussen
B
C
Blijf uit de rook en bel of app 112.

Slide 19 - Quizvraag

Zie je een brand ontstaan? 
  • Blijf kalm, bel 112 en geef de locatie van de natuurbrand door. 
  • Probeer een grote brand niet zelf te blussen. 
  • Verlaat de plek in de richting van de openbare weg of de bebouwde kom. 
  • Loop niet voor de brand uit, blijf uit de rook en loop altijd haaks op de rookwolk.
Het doorgeven van je locatie kan in de natuur een uitdaging zijn, gebruik daarom de 112-app die geeft gelijk je locatie door aan de meldkamer.
Wat is het basisprincipe van brandbestrijding?
A
Het gesloten houden van deuren en ramen
B
Het weghalen van een van de zijden van de branddriehoek
C
Het juiste blusmiddel gebruiken
D
De brandweer bellen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De brandweer gebruikt schuim om een brand te blussen. Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer dan weg?
A
Brandstof
B
Ontbrandings-temperatuur
C
Zuurstof

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Brandveiligheid: De gangen zijn vluchtwegen en moeten vrij zijn.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie binnen de overheid controleert de brandveiligheid van gebouwen en hoe?
A
Gemeenten en (toezicht op) vergunningen
B
Politie en Strafrecht (boetes)
C
Raad van State en rechtbanken (straffen en gebouwsluitingen)
D
Brandweer en statistieken

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Door wie wordt in eerste instantie een onderzoek ingesteld naar de oorzaak van een grote brand?
A
Door de politie.
B
Door het hoofd van de BHV.
C
Door de brandweer.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Evaluatie lesdoelen

Aan het eind van de les:

  • Weet je hoe je brand kunt stoppen.
  • Weet je wat een vluchtplan is.
  • Ken je verschillende blusapparaten.
  • Weet je waar de blusmiddelen hangen.
  • Kun je wat vertellen over de houdbaarheid.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies