Je weet hoe je de persoonsvorm kunt vinden. Maar hoe schrijf je het op de juiste manier?
Ik-vorm = 'stam'
jij = stam + t
hij/zij/het/u = stam + t
wij/jullie/zij = hele werkwoord
Slide 4 - Tekstslide
Kijken naar filmpje
uitleg persoonsvorm verleden tijd
Slide 5 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 6 - Tekstslide
= klankvast in vt
Twijfel je over +te(n) / de(n)?
Gebruik een ezelsbruggetje!
persoonsvorm verleden tijd (pvvt)
zwakke werkwoorden
Slide 7 - Tekstslide
Persoonsvorm verleden tijd
Slide 8 - Tekstslide
't ex Kofschip
txkfschp
*De medeklinkers uit 't kofschip, dus de t, f, k, s, ch en p, helpen te bepalen of een zwak werkwoord de uitgang -te of -de krijgt in de verleden tijd.
Slide 9 - Tekstslide
Zwakke werkwoorden (klankvast)
- Veranderen NIET van klank in de verleden tijd
- Voorbeelden: Ik bak - ik bakte Ik maak - ik maakte
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Nieuw Nederlands
Bladzijde 66 t/m 67
Lees: de theorie op bladzijde 66 nog eens goed door.