Burgerschap 5.2 : Wie vertegenwoordigt het volk

Burgerschap 
Politiek
5.1 
hoe laat ik mijn stem horen
Burgerschap
Politiek


5.2 Wie vertegenwoordigd het volk
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Burgerschap 
Politiek
5.1 
hoe laat ik mijn stem horen
Burgerschap
Politiek


5.2 Wie vertegenwoordigd het volk

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Leerdoelen
  • Nieuws van de week
  • Stelling
  • Theorie 5.2
  • Opdrachten
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je benoemen wat er wordt bedoelt met de tweede kamer
Aan het einde van de les kun jij benoemen wat een coalitie en een oppositie is

Slide 3 - Tekstslide

Wat voor nieuws heb jij afgelopen week gehoord/gezien?

Slide 4 - Open vraag

Slide 5 - Link

“In Nederland doen politici beloftes die ze niet na kunnen komen.”
Ben je met de stelling eens of oneens? Leg uit

Slide 6 - Open vraag

De tweede kamer
  • De Tweede Kamer bestaat uit 150 Kamerleden.​
  • De Kamerleden vertegenwoordigen het Nederlandse volk.​
  • Kamerleden stemmen over nieuwe wetten.​
  • Kamerleden stellen zelf ook wetten voor.​
  • Om een wet aan te nemen moet de meerderheid (meer dan 75 Kamerleden) voor zijn.​
  • Kamerleden horen bij politieke partijen.

Slide 7 - Tekstslide

Welke wet(ten) wil jij veranderen of toepassen?

Slide 8 - Woordweb

De regering
  • De regering is het bestuur van het land.​
  • Ministers in de regering maken plannen om het land draaiende te houden.​
  • De regering heeft steun van de meerderheid van de Tweede kamer nodig.​
  • Kamerleden controleren of ministers hun werk goed doen.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Een coalitie
  • In Nederland moeten politieke partijen samenwerken om een regering te vormen.​
  • Dit samenwerkingsverband noemen we coalitie.​
  • Partijen moeten dan soms standpunten opgeven om goed samen te werken.​
  • Partijen die niet in de coalitie zitten zijn de oppositie.​
  • De oppositie levert vaak kritiek op de regering.

Slide 11 - Tekstslide

Welke partijen zitten er nu in de regering?

Slide 12 - Woordweb

Welke partijen zitten er nu in de regering?

Slide 13 - Tekstslide

Wat is een coalitie?
A
Een samenwerking tussen politieke partijen om te protesteren.
B
Een samenwerking tussen politieke partijen om te regeren.
C
Een individuele politieke partij die alleen regeert.
D
Een samenwerking tussen politieke partijen om te concurreren.

Slide 14 - Quizvraag

De oppositie
  • GroenLinks/PvdA​
  • SP​
  • Partij voor de Dieren​
  • Partij voor de Vrijheid​
  • NSC​
  • DENK​
  • Forum voor Democratie​
  • SGP​
  • Volt​
  • JA21​
  • BBB

Slide 15 - Tekstslide

Wat is een oppositie?
A
Een politieke partij die geen verkiezingen heeft gewonnen.
B
Een politieke partij die de verkiezingen verloor.
C
Een politieke partij die niet in de regering zit.
D
Een politieke partij die de meerderheid heeft.

Slide 16 - Quizvraag

Opdrachten
Opdrachten
In het boek
Hoofdstuk 5.2
Opdracht 1,2,3,4 en 6

Hoe? In het boek + schrift
Vragen? Docent of klasgenoot
Tijd? 30 minuten
Klaar? Volgende opdracht 
Klaar?
Zijn alle begrippen uit het hoofdstuk duidelijk? Werk de begrippen uit + een voorbeeld die bij het begrip past.


Slide 17 - Tekstslide

Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 18 - Open vraag