In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 120 min
Onderdelen in deze les
Pathologie - Hoofdstuk 11
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Welke aandoening kun je niet voorkomen door castratie? (teef)
A
melkkliertumoren
B
baarmoederontsteking
C
baarmoeder tumoren
D
incontinentie
Slide 5 - Quizvraag
Wat is geen nadeel of bijwerking van castratie? (teef)
A
meer kans op overgewicht
B
meer kans op suikerziekte
C
kans op vachtveranderingen
D
meer kans op incontinentie
Slide 6 - Quizvraag
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Lezen hoofdstuk 11.2 module pathologie
10 min
Slide 10 - Tekstslide
Bij welk dier komen ovariumcysten regelmatig voor?
A
Hond
B
Kat
C
Konijn
D
Cavia
Slide 11 - Quizvraag
Welke symptoom hoort bij ovariumcysten?
A
Ingevallen buik
B
Jeuk
C
Eenzijdige kaalheid op flank
D
Verminderde vruchtbaarheid
Slide 12 - Quizvraag
Hoe kun je ovariumcysten voorkomen?
A
Helaas, dit kan niet
B
Castratie op 1,5 jarige leeftijd
C
Castratie < 15 maanden leeftijd
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat is waar over baarmoederontstekingen bij hond en / of kat?
A
Deze treden meestal op in de anoestrus
B
Het hormoon oestrogeen speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van een pyometra
C
Pyometra's komen alleen bij honden voor
D
Een baarmoederontsteking kan bij hond als kat enkele dagen na de bevalling optreden.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Wat is WAAR over een vaginitis?
A
Deze treedt vooral op net na de 1e loopsheid
B
Deze zien we vooral bij oudere teven
C
Bij vaginitis is antibioticum altijd geïndiceerd
D
Een vaginitis zien we vooral bij jonge teven van grote rassen
Slide 18 - Quizvraag
Slide 19 - Tekstslide
Bij welke dieren kan een vaginaprolaps optreden?
A
Koeien
B
Schapen
C
Honden
D
Alle genoemde dieren
Slide 20 - Quizvraag
Wat is waar over een vaginaprolaps?
A
Deze treedt vooral op aan het einde van de dracht
B
Deze treedt vooral op, net na de partus
C
Een vaginaprolaps behoeft nooit een behandeling
D
Soms kan door de prolaps de urine-afvoer belemmerd worden
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Bij welke dieren komt pseudograviditeit met name voor?
A
Teef en poes
B
Teef en voedster
C
Poes en voedster
D
Voedster en cavia
Slide 24 - Quizvraag
Wat zijn symptomen van schijndracht?
A
Onrust, soms agressie en hyperactief
B
Nest maken, zwelling melkklieren en dikkere buik
C
Aanhankelijker, meer eten, PU/PD
Slide 25 - Quizvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Op welke aandoening heeft een gecastreerde reu meer kans dan een intacte reu?
A
prostaathyperplasie
B
voorhuidontsteking
C
kwaadaardige tumor van de prostaat
D
testikel tumor
Slide 28 - Quizvraag
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Lezen H11.3 Pathologie
Wat betekenen de termen:
Cryptorchidie
Ectopisch
Fistel
Kwee
Monorchidie
Phimosis & paraphimosis
Recidief
Unicornis
NIet indalen van één of beide testikels
Buiten de normale ligging
Abnormale verbindingsweg tussen lichaamsholte en oppervlakte (naar buiten)
Kwee of Kween is een hermafrodiet: tweeslachtig dier (Zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken zijn aanwezig)
Niet indalen van één testikel in de balzak, dier is nog vruchtbaar
Phimosis: te nauwe opening voorhuid (preputium) > reu kan niet uitschachten of niet terugglijden Paraphimosis: Huidspiertjes trekken samen tijdens dekking: soms aangeboren afwijking. Gevolg: penisstuwing > zuurstof tekort > necrotisering
Terugkerend (terugkeren van aandoening)
1 uterushoorn
Slide 33 - Tekstslide
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Tekstslide
Aangeboren
Monorchidie
Slide 36 - Tekstslide
Slide 37 - Tekstslide
Leesstof
Er zijn seminomen (uitgaande van het kiemweefsel), Leydigsecel-tumoren en
Sertoliceltumoren (uitgaande van het hormoonproducerend- en steunweefsel).
De sertoliceltumoren produceren vaak, vooral vrouwelijke, geslachtshormonen in
grote hoeveelheden.