Hoe schrijf je een overtuigend betoog?

Hoe schrijf je een overtuigend betoog?
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe schrijf je een overtuigend betoog?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je een betoog schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Geef de leerlingen aan het begin van de les een duidelijk doel.
Wat weet je al over het schrijven van een betoog?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betoog?
Een betoog is een tekst waarin je een standpunt inneemt en dit met argumenten onderbouwt.

Slide 4 - Tekstslide

Beschrijf wat een betoog precies is en waarom het belangrijk is om te leren.
Structuur van een betoog
Een betoog bestaat uit een inleiding, argumenten en een conclusie.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe een betoog is opgebouwd en wat elke onderdeel inhoudt.
Inleiding
In de inleiding introduceer je het onderwerp en formuleer je je standpunt.

Slide 6 - Tekstslide

Geef voorbeelden van sterke inleidingen en vraag de leerlingen om hun eigen standpunten te bedenken.
Argumenten
De argumenten onderbouwen je standpunt en geven overtuiging.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het bedenken van sterke argumenten voor verschillende standpunten.
Conclusie
In de conclusie vat je je standpunt samen en geef je een krachtige afsluiting.

Slide 8 - Tekstslide

Bespreek het belang van een sterke conclusie en laat de leerlingen oefenen met het schrijven ervan.
Argumentatieve taal
Gebruik overtuigende woorden en zinnen om je argumenten kracht bij te zetten.

Slide 9 - Tekstslide

Laat de leerlingen oefenen met het formuleren van argumentatieve taal en geef feedback.
Tegenargumenten
Weerleg tegenargumenten om je standpunt te versterken.

Slide 10 - Tekstslide

Beschrijf het belang van het weerleggen van tegenargumenten en laat de leerlingen oefenen met het vinden van tegenargumenten en weerleggingen.
Bronvermelding
Vermeld de bronnen die je hebt gebruikt om je betoog te ondersteunen.

Slide 11 - Tekstslide

Leg uit waarom bronvermelding belangrijk is en geef tips voor het correct vermelden van bronnen.
Oefenen
Tijd om zelf een betoog te schrijven! Kies een onderwerp en gebruik de geleerde vaardigheden.

Slide 12 - Tekstslide

Geef de leerlingen de tijd om zelfstandig een betoog te schrijven en geef individuele feedback.
Peer-feedback
Wissel betogen uit met klasgenoten en geef elkaar constructieve feedback.

Slide 13 - Tekstslide

Organiseer een peer-feedback sessie waarbij leerlingen elkaars betogen beoordelen en verbeterpunten geven.
Herschrijven
Gebruik de ontvangen feedback om je betoog te verbeteren en herschrijf het.

Slide 14 - Tekstslide

Laat de leerlingen hun betogen herschrijven op basis van de ontvangen feedback.
Presenteren
Presenteer je betoog aan de klas en overtuig je medeleerlingen van je standpunt.

Slide 15 - Tekstslide

Geef de leerlingen de kans om hun betogen mondeling te presenteren en stimuleer een discussie.
Evaluatie
Reflecteer op het schrijfproces en beoordeel je eigen betoog.

Slide 16 - Tekstslide

Laat de leerlingen nadenken over hun schrijfproces en het resultaat van hun betoog beoordelen.
Vragen?
Zijn er nog vragen over het schrijven van een betoog?

Slide 17 - Tekstslide

Geef de leerlingen de mogelijkheid om vragen te stellen en beantwoord ze zo goed mogelijk.
Einde
Bedankt voor je deelname en veel succes met het schrijven van betogen!

Slide 18 - Tekstslide

Sluit de les af met een positieve boodschap en moedig de leerlingen aan om de geleerde vaardigheden toe te passen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 19 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 20 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 21 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.