Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V2 Trabitour ed.4 K3 Lesen 4
Lernziele
Du kannst einen Text über Essensgewöhnheiten verstehen;
Du kennst die Wörter von B.
1 / 26
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
26 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Lernziele
Du kannst einen Text über Essensgewöhnheiten verstehen;
Du kennst die Wörter von B.
Slide 1 - Tekstslide
Planung heute
Wordweb:
Medien
Aufgabe:
Plauder- und Schreibecke
Meine Geschichte
Materialien, Software & Arbeitsweise
Aufgabe:
Klassensprache
Aufgabe:
Berlin
Hausaufgaben: Lesen A S.40 (links)
Planung
Vorkenntnisse
Wortschatz
Aufgabe 4
Quiz
Slide 2 - Tekstslide
Kijk naar het plaatje en de titels van de tekst op pagina 82.
Waarover zou de tekst kunnen gaan?
A
Ontbijt
B
Eten en drinken
C
Maaltijden
D
Tafelmanieren
Slide 3 - Quizvraag
Welche Speziälitäten aus Deutschland kennst du?
Schrijf er zoveel mogelijk op.
Tipps
Tipp 1: Eten uit Oostenrijk en Zwitserland telt mee.
Tipp 2: Je mag ook in het Nederlands antwoorden om het te beschrijven.
Slide 4 - Open vraag
Wortschatz
De tekst bevat woorden die je niet kent.
De volgende quiz- en sleepvragen helpen je de juiste woordenschat op te bouwen.
Als je een fout maakt, schrijf dan het juiste woord over in je werkboek.
Slide 5 - Tekstslide
der Wochentag
A
het weekend
B
de doordeweekse dag
C
de week
D
wekelijks
Slide 6 - Quizvraag
Übersetze ins Niederländische.
(tip: uitspreken!)
die Mahlzeit
Slide 7 - Open vraag
die Auswahl
A
de keuze
B
de menukaart
C
de uitgifte
D
de opwelling
Slide 8 - Quizvraag
der Kindergarten
A
de kleuterschool
B
de dagopvang
C
de speeltuin
D
het stoofvlees
Slide 9 - Quizvraag
der Auswanderer
A
de wandbekleding
B
zich afvragen
C
de wandelaar
D
de emigrant
Slide 10 - Quizvraag
tatsächlich
A
daadwerkelijk
B
zich afvragen
C
de wandelaar
D
de emigrant
Slide 11 - Quizvraag
das Obst
der Kartoffelsalat
der Bäcker
die Marmelade
der Imbiss
der Apfelstrudel
die Brötchen
die Butter
Slide 12 - Sleepvraag
Sleep de werkwoorden naar de juiste vertaling
konkurrieren
es gibt
bekommen
frühstücken
kochen
kaufen
essen (isst)
einladen
entstehen
erobern
sich treffen
zunehmen
concurreren
er zijn
krijgen
ontbijten
koken
kopen
eten / eet
uitnodigen
ontstaan
veroveren
ontmoeten
toenemen
Slide 13 - Sleepvraag
Klassenregeln
Aufgabe 4:
Lies Aufgabe 4, auf Seite 82;
Welche Aussagen sind richtig?
Lies den Text;
Bearbeite die Aufgabe im Buch.
Wortschatz
die Welt = de wereld
der Betrieb = de firma
so wie = net als
der Anfang = het begin
Slide 14 - Tekstslide
Quiz
Je hebt de vragen in het boek beantwoord.
Kijk je antwoorden na via de link
Antworten
.
Noteer voor jezelf hoeveel je goed had.
Nu krijg je quizvragen over de tekst.
Je mag terugzoeken in de tekst.
Antworten
1 richtig
2 falsch
3 richtig
4 richtig
5 richtig
6 falsch
7 richtig
8 falsch
Slide 15 - Tekstslide
Wann essen die Deutschen meistens ihr Brot?
A
zum Frühstück
B
zum Mittagessen
C
zum Abendessen
D
Deutsche essen kaum Brot
Slide 16 - Quizvraag
Mit welchen Produkten konkurrieren deutsche Bäcker?
A
Brot & Marmelade
B
Obst & Gemüse
C
Gebäck & Torte
D
Cornflakes & Müsli
Slide 17 - Quizvraag
Wo bekommt man das Essen nicht umsonst (=gratis)?
A
in der Schulkantine
B
zu Hause
C
in der Firma
D
im Kindergarten
Slide 18 - Quizvraag
In welchem Land ist die Tradition 'Kaffee und Kuchen' entstanden?
A
England
B
Österreich
C
Deutschland
D
Amerika
Slide 19 - Quizvraag
Immer mehr Menschen in Deutschland essen Abendbrot.
A
richtig
B
falsch
Slide 20 - Quizvraag
Zoek de passende synoniemen bij elkaar
der Kollege
die Tageszeit
der Ort
der Anfang
der Ursprung
die Fraktion
das Gericht
das Gespräch
rasch
der Wortschatz
der Aufstrich
tagsüber
der Mitarbeiter
abends
die Stelle
der Beginn
die Herkunft
das Teil
die Speise
der Dialog
schnell
das Vokabular
der Brotbelag
im Hellen
Slide 21 - Sleepvraag
Hoeveel antwoorden had je goed in het boek?
0
8
Slide 22 - Poll
Schrijf vijf nieuwe Duitse woorden op die in je opkomen.
Slide 23 - Open vraag
Ich kann einen Text über Essensgewöhnheiten verstehen.
(1 = nauwelijk 5 = volledig)
1
5
Slide 24 - Poll
Deze les was leerzaam.
(1 = niet mee eens 5 = zeer mee eens)
1
5
Slide 25 - Poll
Deze les was leuk.
(1 = niet mee eens 5 = zeer mee eens)
1
5
Slide 26 - Poll
Meer lessen zoals deze
H2 Trabitour ed.4.1 Kapitel 3.1 Lesen 5
Januari 2023
- Les met
29 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
3v-Einstieg Kapitel 2
Oktober 2022
- Les met
17 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Les 6 "Lesen: CITO Wortschatz"
Februari 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
V2 Trabitour ed.4 Kapitel 1.2
Augustus 2022
- Les met
14 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Luisteren 3m
Mei 2024
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Luisteren 3m
April 2023
- Les met
13 slides
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
Les 4 "Lesen: CITO Wortschatz"
Februari 2023
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6
Les 4 "Lesen: CITO Wortschatz"
April 2024
- Les met
11 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 6