A1 H3.3 Het verschil tussen zomer en winter

§3.3 Het verschil tussen zomer en winter
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Het verschil tussen zomer en winter

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:
- Je weet welke gevolgen de schuine stand van de aardas heeft voor dag en nacht op aarde;
- Je begrijpt waarom de schuine stand van de aarde invloed heeft op de seizoenen en de temperatuur op aarde;
- Je kunt een tekening maken van de aarde ten opzichte van de zon voor verschillende jaargetijden.

Slide 2 - Tekstslide

Zoek op internet: Wat was de gemiddelde temperatuur deze winter in Nederland (KNMI)?

Slide 3 - Open vraag

Zoek op internet: Wat was de gemiddelde temperatuur in de zomer van 2020 in Nederland (KNMI)?

Slide 4 - Open vraag

Waardoor hebben we dag en nacht>
A
door de draaiing van de aarde om zijn as
B
doordat de zonnestralen een groot oppervlak verwarmen
C
door de grote afstand van de aarde tot de zon

Slide 5 - Quizvraag

De aarde draait om zijn as in .........
A
12 uur
B
20 uur
C
24 uur
D
18 uur

Slide 6 - Quizvraag

De aarde draait om de zon in ........
A
265 dagen
B
315 dagen
C
365 dagen
D
385 dagen

Slide 7 - Quizvraag

Wat hoort er niet bij. In Nederland hebben wij seizoenen .....
A
doordat de aarde om zijn as draait
B
door de schuine stand van de aarde
C
doordat Nederland op 52 graden NB ligt
D
doordat Nederland aan zee ligt

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

In december wordt het niet licht op de Noordpool.
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quizvraag

De zon staat in juni op het noordelijk halfrond gericht.
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Tekenopdracht 
Teken de stand van de aarde in juni en december.
Bij deze opdracht krijgen jullie geen lijstje met een overzicht waar je tekening aan moet voldoen. Als je goed hebt opgelet weet je wat er allemaal in je tekening moet komen te staan.
 Wat daar in ieder geval in moet staan zijn de vetgedrukte begrippen van §3.3. Voor de tekening kan je je leerboek, de filmpjes in de lesopzet, internet of de PowerPoint (zie studiewijzer) gebruiken. 
Maak een tekening met kleurpotloden of stiften.
Maak één tekening met twee wereldbollen waarbij je duidelijk aangeeft om welke maand het gaat. Je hoeft geen hele zinnen te gebruiken bij je tekening. Woorden/begrippen zeggen genoeg als je een duidelijke tekening maakt.
Lever de tekening uiterlijk zondag 28 maart in, samen met de opdrachten van het werkboek.

Slide 22 - Tekstslide