week 5 describir el día y hacer una cita

Buenos días


¿Qué vamos a hacer?
  • quiz de los deberes
  • juego de roles hacer una cita
  • otra vez: describir un día
Martes, 2 de febrero
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Buenos días


¿Qué vamos a hacer?
  • quiz de los deberes
  • juego de roles hacer una cita
  • otra vez: describir un día
Martes, 2 de febrero

Slide 1 - Tekstslide

muy tarde

Slide 2 - Open vraag

siempre

Slide 3 - Open vraag

un poco

Slide 4 - Open vraag

nadar

Slide 5 - Open vraag

ver una película

Slide 6 - Open vraag

voetballen

Slide 7 - Open vraag

iets gaan drinken

Slide 8 - Open vraag

zonnebaden

Slide 9 - Open vraag

moe zijn

Slide 10 - Open vraag

Waar spreken we af?

Slide 11 - Open vraag

Dat is waar.

Slide 12 - Open vraag

geweldig/fantastisch

Slide 13 - Open vraag

Un juego de roles
En grupos de 3: 
  • Bereid een rollenspel voor waarin je een afspraak met elkaar maakt om iets leuks te gaan doen. (zie woordenlijst). 1 van jullie kan niet en stelt een andere dag voor. 
  • Spreek tijdstip en plaats af. 
  • Neem weer afscheid van elkaar. 
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Presenta vuestro juego de roles

Slide 15 - Tekstslide

Pauze!
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Describir tu día
  1. 's Morgens sta ik om 7 uur op.
  2. Ik ontbijt op half 8.
  3. Om 8.15 uur ga ik naar school.
  4. Ik eet op 13.05 uur.
  5. 's Middags om 15.10 uur keer ik terug naar huis.
  6. Om 15.30 uur maak ik huiswerk.
  7. Om 16.30 uur spreek ik af met vrienden.
  8. Om 18.30 uur dineer ik met mijn familie.
  9. 's Avonds om 19.30 uur voetbal ik. 
  10. Om 21.00 uur douche ik me. 
  11. Om 21.30 uur ga ik naar bed. 

timer
15:00

Slide 17 - Tekstslide

uitwerking
  1. Por la mañana me levanto a las siete.
  2. Desayuno a las siete y media.
  3. A las ocho y cuarto voy al instituto/colegio.
  4. Como a la una y cinco.
  5. Por la tarde, a las tres y diez vuelvo a casa.
  6. A las tres y media hago los deberes.
  7. A las cuatro y media quedo don amigos.
  8. A las seis y media ceno con mi familia. 
  9. Por la oche a las siete y media juego al fútbol.
  10. A las nueve me ducho.
  11. A las nueve y media me acuesto.

Slide 18 - Tekstslide

Los deberes
Leren de woordjes van 4.1 en 4.2
vertaalzinnen afmaken

Slide 19 - Tekstslide