In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Practicum Microscopie
Slide 1 - Tekstslide
Eerst maken we een preparaat
Slide 2 - Tekstslide
Wat is een preparaat?
A
Objectglaasje onder de microscoop
B
Dekglaasje onder de microscoop
C
Dekglaasje en objectglaasje onder de microscoop
D
Onderdelen van de microscoop
Slide 3 - Quizvraag
Het preparaat
Slide 4 - Tekstslide
Het preparaat maak je niet op de microscooptafel
Het preparaat maak je op je werktafel
Slide 5 - Tekstslide
Hoe maak je het preparaat?
Slide 6 - Tekstslide
Hoe maak je een preparaat?
1. Breng op het draagglas een druppeltje water
2. Breng een uiterst dun velletje van de ui op het water
3. Dek af met een dekglaasje
4. Overtollig vloeistof kan je wegzuigen met een keukenpapier
Slide 7 - Tekstslide
Werken met een microscoop
Slide 8 - Tekstslide
De Microscoop
De twee belangrijke microscopen
Elektronenmicroscoop.
Lichtmicroscoop.
Op school wordt er gewerkt met een lichtmicroscoop.
Slide 9 - Tekstslide
Wat hoort bij wat?
Licht-microscoop
Electronen-microscoop
Slide 10 - Sleepvraag
De microscoop
oculair = een ooglens, vergroot 10x
tubus = houder van het oculair
revolver = draaibaar magazijn voor de objectieven
objectief = lens in de revolver. Vergroot 4x, 10x en 40x
tafel = hierop ligt het preparaat
statief = hieraan houd je de microscoop vast bij vervoeren
stelschroef = hiermee stel je het beeld scherp. Er is een grote stelschroef en een fijne stelschroef.
lamp = lichtbron
diafragma = hiermee regel je de hoeveelheid licht
voet = hierop staat de microscoop
Slide 11 - Tekstslide
Door welk gedeelte van de microscoop kijk je?
A
diafragma
B
objectief
C
oculair
D
revolver
Slide 12 - Quizvraag
revolver
objectief
oculair
tubus
draaibaar magazijn
houder van het oculair
ooglens, vergroot 10x
lens, vergroot 4x, 10x en 40x
Slide 13 - Sleepvraag
Sleep de namen van de onderdelen van de microscoop naar de juiste plek.
Oculair
Grote schroef
Revolver
Objectief
Slide 14 - Sleepvraag
Wat is de functie van het 'diafragma' van de microscoop?
A
het preparaat vergroten
B
hoeveelheid licht regelen
C
microscoop aan vastpakken
D
microscoop aan/uit zetten
Slide 15 - Quizvraag
Welke vorm zie je als dit door de microscoop bekijkt?
Sleep de letter 'd.' naar de juiste vorm.
d.
Slide 16 - Sleepvraag
Het oculair van een microscoop vergroot 10×. Het objectief van deze microscoop vergroot 10×. Wat is de totale vergroting van deze microscoop?
A
10x
B
100x
C
20x
D
40x
Slide 17 - Quizvraag
Onderdelen microscoop
Slide 18 - Tekstslide
Leg het preparaat onder de preparaatklemmen op de tafel
van de microscoop. Schuif het preparaat naar achter.
Zorg dat het licht schijnt door je preparaat!
Slide 19 - Tekstslide
Aan de slag!
1. Tafel van de microscoop zo laag mogelijk draaien
2. Preparaat op tafel leggen tussen klemmetjes
3. 40x vergroten
3. Draai RUSTIG aan de grote schroef tot je cellen ziet
5. Toon dit aan de leerkracht
6. 100x vergroten
7. Scherpstellen met de grote schroef + tonen aan leerkracht
8. Als laatste kan je een scherpstellen met 400x
Slide 20 - Tekstslide
Deze les.
Tekenen van plantencellen.
Vraag: Wat waren ook al weer de verschillen tussen een dierlijke en een plantaardige cel?
Slide 21 - Tekstslide
Hier is een microscopische tekening te zien van een deel van een plant.
Stelling 1: In deze tekening is slecht één cel zichtbaar.
Stelling 2: In deze tekening zijn meerdere weefsels zichtbaar.
A
Beide stellingen zijn juist
B
Alleen stelling 1 is juist
C
Alleen stelling 2 is juist
D
Geen van beide stellingen is juist.
Slide 22 - Quizvraag
Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 2
A
celwand
B
celmembraan
C
cytoplasma
D
vacuole
Slide 23 - Quizvraag
Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 4
A
mitochondrium
B
cytoplasma
C
celkern
D
bladgroenkorrel
Slide 24 - Quizvraag
Hier zie je een tekening van de cel van het blad van een plant. Wat is onderdeel 5
A
cytoplasma
B
mitochondrium
C
vacuole
D
celkern
Slide 25 - Quizvraag
Hier zie je een tekening van de cel van een blad van een plant. Wat is onderdeel 1 (buitenste lijn)?
A
celwand
B
celkern
C
vacuole
D
cytoplasma
Slide 26 - Quizvraag
We maken een tekening van een plantaardige cel
Slide 27 - Tekstslide
1.
Start met het tekenen van het celmembraan van de cel die je wilt teken
2. Teken een deel van de celmembranen van de buurcellen
3.
Teken wat je binnen de cel ziet (alleen van 'jouw' cel)
4.
Benoem op de juiste manier
TIP: Teken 1 en 2 eerst heel heel dun (zodat je het nauwelijks ziet, heel zachtjes drukken). Iets weggummen kan zonder dat je dat ziet! Vorm goed? Teken nu echt, ga over het dunne lijntje heen zodat de vorm goed zichtbaar is.
Als je het nodig vindt, kun je dit ook eerst heel heel dun doen, maar liever niet want bij weggummen ga je vast de lijnen van 1 en 2 ook raken.
DIT IS EEN NIET BESTAANDE CEL!!!
Slide 28 - Tekstslide
Tekening: dus niet arceren, want in de cel lopen niet allemaal lijnen...
Slide 29 - Tekstslide
Maak een schematische tekening van de cel die aangewezen wordt met de pijlen.
Let op: Je tekent van de cellen die tegen die cel aanliggen een klein stukje van de rand van die cellen.
Slide 30 - Tekstslide
Schematische tekening
uiencel
- Teken 1 cel met buren
- Benoem de onderdelen van één cel: celwand, cytoplasma, celmembraan
Noteer ook jouw vergroting.
bv. 400x
Slide 31 - Tekstslide
In welke volgorde ruim je de microscoop op?
op kleinste objectief zetten
preparaat weghalen
lampje uit
tafel omlaag draaien
microscoop oppaken en wegbrengen
Slide 32 - Sleepvraag
Als je een microscoop wil tillen, waar pak je de microscoop?
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.