Halloween
1 / 48
Lesduur is: 40 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Was weißt du schon über Halloween?
Schrijf in het Nederlands/Duits op!
Schrijf in het Nederlands/Duits op!
Slide 2 - Woordweb
Wie gefällt dir Halloween?
Findest du es gruselig, lustig, gesellig – oder alles zusammen?
Was gefällt die am besten?
Was machst du dieses Jahr an Halloween?
Findest du es gruselig, lustig, gesellig – oder alles zusammen?
Was gefällt die am besten?
Was machst du dieses Jahr an Halloween?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Woher kommt die Jack o' Lantern?
A
Irland
B
Schottland
C
Die USA
D
Deutschland
Slide 6 - Quizvraag
In was verwandelt (=verandert) der Teufel sich, wann er Jacks letztes Bier bezahlt?
A
Ein Kaufmann
B
Eine Kürbisse
C
Eine Rübe
D
Eine Münze
Slide 7 - Quizvraag
Wie kam Halloween nach Amerika?
Slide 8 - Open vraag
Oorspronkelijk was de bekende pompoen een raap. Waarom werd dit uiteindelijk veranderd?
Slide 9 - Open vraag
Op welke dag wordt Halloween gevierd?
A
1 november
B
31 oktober
C
30 oktober
D
Vandaag!
Slide 10 - Quizvraag
Was bedeutet das Wort "Halloween"
(All Hallows´ Eve)?
(All Hallows´ Eve)?
A
Der Abend vor Allerheiligen
B
Der Abend zum Weinen
C
Der Abend vor
Samhain
D
Der Abend des Teufels
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Tekstslide
Kelten
Allerheiligen
Rüben
Totenreich
Allerseelen
Samhain
Jack o' Lantern
Verschwimmen der Weltgrenzen
Das Gedenken der Toten
1 November
Slide 13 - Sleepvraag
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Halloween is een heidens feest
A
Richtig
B
Falsch
Slide 16 - Quizvraag
Martin Luther heeft het feest afgeschaft
A
Richtig
B
Falsch
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Wat komt er, volgens de tekst, tijdens Halloween allemaal voorbij?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
De heksen vieren hun feesten in een gebergte. Welk gebergte is dit?(Let op de hoofdletters!= aardrijkskundige naam ;))
Slide 21 - Open vraag
Laatste vraag: schrijf nu voor jezelf 5 Duitse woorden op die met Halloween te maken hebben. Vul deze in! Je mag hiervoor een online woordenboek gebruiken.
Slide 22 - Open vraag
Wanneer is Halloween?
A
21 oktober
B
25 oktober
C
31 oktober
D
1 november
Slide 23 - Quizvraag
Waar komt Halloween oorspronkelijk
vandaan?
A
Ierland
B
Schotland
C
Engeland
D
Verenigde Staten
Slide 24 - Quizvraag
Welke bevolkingsgroep begon met Halloween?
A
Romeinen
B
Grieken
C
Kelten
D
Perzen
Slide 25 - Quizvraag
Uit welk Keltisch feest is Halloween voortgekomen?
A
Samhain
B
Coamhain
C
Ostara
D
Allerheiligen
Slide 26 - Quizvraag
Waarvan is de naam Halloween afgeleid?
A
All Hallow's Eve
B
All Hail's Eve
C
All Havens Eve
D
All Holy Eve
Slide 27 - Quizvraag
Hoe noemt je het oranje ding waar we gezichten uitsnijden op Halloween?
A
pompoen
B
wortel
C
tomaat
D
komkommer
Slide 28 - Quizvraag
Waar werd vroeger al een suikerbiet uitgehold met Halloween?
A
Engeland
B
Europa
C
Nederland
D
Ierland
Slide 29 - Quizvraag
Hoelang duurt Halloween in China?
A
1 dag
B
1 maand
C
3 dagen
D
4 maanden
Slide 30 - Quizvraag
Waarvoor gebruikt men pompoenen op halloween?
A
Als lantaarn
B
Als eten
C
Als stoel
D
Als masker
Slide 31 - Quizvraag
Halloween is een christelijk feest.
A
Goed
B
Fout
Slide 32 - Quizvraag
Het eerste Halloween werd gevierd rond oud en nieuw.
A
Goed
B
Fout
Slide 33 - Quizvraag
Wanneer begonnen de mensen Halloween te vieren?
A
ongeveer 100 jaar geleden
B
ongeveer 200 jaar geleden
C
ongeveer 1000 jaar geleden
D
ongeveer 2000 jaar geleden
Slide 34 - Quizvraag
Wat is geen traditie bij Halloween?
A
Trick or treat!
B
Een boom versieren
C
Verkleed gaan
D
Een pompoen uithollen
Slide 35 - Quizvraag
Hoeveel Amerikanen gaan tijdens Halloween verkleed?
A
ongeveer 100 miljoen
B
ongeveer 120 miljoen
C
ongeveer 140 miljoen
D
ongeveer 150 miljoen
Slide 36 - Quizvraag
Welke migranten namen Halloween
mee naar de Verenigde Staten?
A
Schotten
B
Denen
C
Nederlanders
D
Ieren
Slide 37 - Quizvraag
Halloween komt van All Hallow's Eve.
Wat zou 'Hallow' betekenen?
A
Eng
B
Vreemd
C
Leeg
D
Heilig
Slide 38 - Quizvraag
Welke van de volgende onderdelen is
niet meer gebruikelijk tijdens Halloween?
A
Grappen uithalen
B
Lantaarns van pompoen maken
C
Vreugdevuren maken
D
Trick or treat
Slide 39 - Quizvraag
Vroeger geloofden men dat tijdens Halloween de doden terug zouden komen.
A
Goed
B
Fout
Slide 40 - Quizvraag
De Kelten vierden Halloween met veel herrie maken, optochten en grote vuren.
A
Goed
B
Fout
Slide 41 - Quizvraag
Wat betekent 'Trick or treat'?
A
'Geef me iets lekkers, anders ga ik plagen!'
B
'Geef me iets lekkers, anders ben je stom!'
C
'Geeft me iets lekkers , anders ga ik weer weg!'
D
'Geef me iets lekkers voor Halloween!'
Slide 42 - Quizvraag
Welke 'groep' had nog meer invloed op Halloween?
A
De Grieken
B
De Romeinen
C
De protestanten
D
De rooms-katholieken
Slide 43 - Quizvraag
Barmbrack is de traditionele cake die met Halloween wordt gegeten. Wat zou je in de cake kunnen tegenkomen?
A
Halsketting
B
Oorbel
C
Ring
D
Armband
Slide 44 - Quizvraag
De Halloween kleuren oranje en zwart zijn symbool voor?
A
Oogst en dood
B
Dag en nacht
C
Zon en maan
D
Vuur en as
Slide 45 - Quizvraag
Waarvan is de pompoen familie?
A
Tomaat
B
Suikerbiet
C
Wortel
D
Komkommer
