Les 1 - methodisch werken

Dagbesteding: activiteiten aanbieden
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Dagbesteding: activiteiten aanbieden

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Doornemen stageopdracht
  • Wat is methodisch werken

Slide 2 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
Als je methodisch werkt, dan werk je volgens een methode: volgens een vaste, weldoorgedachte manier om een bepaald doel te bereiken.
  
Methodisch werken betekent “handelen volgens een bepaald patroon”.

Methodisch werken is bewust handelen, volgens 
vooraf geplande stappen of een bepaalde wijze om 
een doel te bereiken.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Fase 1 voorbereiding
In de voorbereiding van een activiteit zijn er drie verschillende stappen.​


Stap 1: Verzamelen van informatie
Allereerst moet je een beeld krijgen van de hulpvrager voor wie je iets voorbereidt: 
- Wie is de hulpvrager, welke vraag heeft hij, hoe ziet zijn achtergrond eruit, welke behoeften, interesses en mogelijkheden heeft hij?​






Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: Gegevens verzamelen - informatiebronnen
- de cliënt zelf; 

- de familie of naasten;
- andere professionals;
- observatie;
- eventueel het dossier



Slide 6 - Tekstslide

Stap 2: De wensen en behoeften en problemen van de cliënt vaststellen.​

Je beschrijft dan de beginsituatie.

Slide 7 - Tekstslide

Stap 2: Vaststellen van behoeften en problemen - cliënt zelf
Het is belangrijk om de ondersteuningsbehoefte van de cliënt goed in kaart te brengen.

Dat kun je doen door bijvoorbeeld vragen te stellen zoals:
- Wat zijn de wensen en behoeften van de cliënt? 
- Welke hulp of begeleiding heeft hij nodig?
- Wat wil de cliënt zelf?
- Op welk vlak wil hij zich ontwikkelen, 
   welke toekomst ziet hij voor zichzelf, wat zijn de wensen,       
   mogelijkheden en ambities van de cliënt?


Slide 8 - Tekstslide

Fase 1 voorbereiding 2
Stap 3 Doelen formuleren​

Na het beschrijven van de beginsituatie ga je de doelen formuleren.​

Je staat stil bij het doel dat je voor de hulpvrager voor ogen hebt: 
- waar wil je uitkomen, wat moet de cliënt uiteindelijk bereiken?​

Pas als je weet waar je met deze cliënt naartoe wilt en waar je uit wilt komen, kun je een plan maken.


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Waarom doelen SMART geformuleerd moeten worden


  • Je weet wat je moet doen/ gericht te werk
  • Je vergroot daarmee de kans dat je het doel behaald
  • Je kan controleren of je het doel hebt behaald
  • Zelfvertrouwen op te bouwen (ik kan het!)

Slide 11 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van een SMART doel.

Slide 12 - Open vraag

Fase 1 voorbereiding 3
Stap 4: Activiteiten vaststellen en plannen​

Daarna ga je een plan van aanpak maken. 
Natuurlijk zoveel mogelijk in overleg met de cliënt.​
In het plan staat hoe je naar het doel toe wilt werken en de weg waarlangs je naar het doel toe gaat.​
Je stippelt de route uit.​
Je regelt de zaken zo, dat je het plan kunt uitvoeren: je zorgt ervoor dat dat alles er is wat je nodig hebt. ​
Je weet wat je gaat doen tijdens de activiteit en hoe je dat gaat doen.​
Als je dat weet, ben je klaar voor de uitvoering van het plan.​





Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Beginsituatie vaststellen
Doelen formuleren
Plan maken
Uitvoeren
Evalueren
Een beeld krijgen van een kind, een jongere of een situatie
Bepalen waar je aan wil gaan werken
Beschrijven hoe je naar het doel toe wil werken
Begeleiden van de activiteit
Terugblikken op de activiteit en nagaan hoe het is gegaan

Slide 15 - Sleepvraag

Terugkoppeling: bij methodisch werken werk je planmatig, doelgericht, procesmatig en bewust. Leg dit in je eigen woorden uit.

Slide 16 - Open vraag

0

Slide 17 - Video

Opdracht stage
Probeer eens tijdens een spel- of tafelmoment een kind voor één minuut te observeren. Schrijf je observatie op en neem dit mee naar de volgende les. 

Slide 18 - Tekstslide