Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Woordvolgorde oefenen
woordvolgorde
1 / 18
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
In deze les zitten
18 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
woordvolgorde
Slide 1 - Tekstslide
Weten jullie het nog?
Gewone zin
inversie
samengestelde zin:
twee hoofdzinnen of een hoofdzin en een bijzin
Slide 2 - Tekstslide
Gewone volgorde in een hoofdzin:
Onderwerp
persoonsvorm
iets anders (
O
P
A)
Jan
loopt
naar school
Ik
werk
elke dag
Slide 3 - Tekstslide
Zin met inversie (
a
p
o
)
Als de zin met iets anders dan het onderwerp begint, bijvoorbeeld de tijd of de plaats:
Anders
persoonsvorm
onderwerp
Morgen
ga
ik
voetballen
Om vijf uur
kom
ik
Slide 4 - Tekstslide
Zin met gewone volgorde
Zin met inversie
Gisteren ben ik gevallen
Ik hou van pannenkoeken
Patat vind ik niet lekker.
Jan en Piet voetballen samen
Over een week begint de vakantie
Slide 5 - Sleepvraag
Maak zelf een goede zin met de volgende woorden: wij naar school elke dag gaan
Slide 6 - Open vraag
Maak zelf twee goede zinnen met de volgende woorden:
Jan elke avond kijken wil televisie
Slide 7 - Open vraag
Maak een zin met inversie met de volgende woorden:
Inversie = zin begint met iets anders dan "wij"
mogen niet naar school wij door corona deze weken
Slide 8 - Open vraag
De volgorde in de tweede zin verandert niet.
In de tweede zin verandert de woordvolgorde
en
maar
omdat
zodat
Terwijl
dus
want
Slide 9 - Sleepvraag
Welke zin is NIET goed?
A
Ik hou van jou, want je bent lief.
B
Ik hou van mijn broer omdat hij is lief.
C
Ik lees de krant, terwijl ik muziek luister
D
Ik ga naar school, zodat ik veel kan leren.
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Als het regent, neem ik een paraplu mee.
B
Als het regent, ik neem een paraplu mee.
Slide 11 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Ik hoop dat hij haalt zijn examen.
B
Ik hoop dat hij zijn examen haalt.
Slide 12 - Quizvraag
Welke zin is goed?
A
Als het donker is, ik wil geen autorijden.
B
Als het donker is, wil ik geen auto rijden.
Slide 13 - Quizvraag
Welke zin is NIET goed?
A
Ik had een onvoldoende, hoewel ik heel hard had geleerd.
B
Hoewel ik heel hard had geleerd, ik had een onvoldoende.
C
Hoewel ik heel hard had geleerd, had ik een onvoldoende.
D
Ik had een onvoldoende, maar ik had heel hard geleerd.
Slide 14 - Quizvraag
Maak een goede zin:
als jarig Hans is hij een feest geeft
Slide 15 - Open vraag
Maak een goede zin:
ik doe koud wanneer het is aan een warme jas
Slide 16 - Open vraag
Welke zin is NIET goed
A
Omdat het al laat is, ik ga snel naar huis.
B
Omdat het al laat is, ga ik snel naar huis.
C
Ik ga snel naar huis, omdat het al laat is.
D
Ik ga snel naar huis, want het is al laat.
Slide 17 - Quizvraag
Hoe gaat het bij jou met de woordvolgorde?
A
B
C
Slide 18 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Woordvolgorde oefenen
November 2022
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Inversie
Oktober 2023
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Inversie
14 dagen geleden
- Les met
14 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde in de Nederlandse zin
Maart 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
M2b/M3a Woordvolgorde oefenen
Maart 2024
- Les met
23 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
April 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde in de Nederlandse zin
Oktober 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Woordvolgorde oefenen
April 2021
- Les met
25 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1