Doe les Digitale vaardigheden

Doe les Digitale vaardigheden

Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Doe les Digitale vaardigheden

Vak: Doe
Onderwijsassistent:
  • Mevr. Wijnmaalen
Docenten:
  • Mevr. Vingerhoets
  • Mevr. Smaili

Slide 1 - Tekstslide

Aanwezigheidsregistratie
Aanwezigheid zal door de docent aan het begin van de les geregistreerd worden. 

Ben je te laat?
Aan het eind van de les is het JOUW verantwoordelijkheid om bij de docent aan te geven dat je te laat was zodat dit aangepast wordt in SOM2day. 

Slide 2 - Tekstslide

Lesprogramma
  • Energizer
  • Lesdoelen
  • Uitleg opdracht
  • Voorbereiden presentatie
  • Presenteren
  • Afsluiting/evaluatie

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  1. Aan het einde van deze les weet jij wat het belang is van digitale vaardigheden en kan je voorbeelden geven.
  2. Aan het eind van deze les kan jij een email schrijven, versturen en een bijlage toevoegen.
  3. Aan het einde van de les kan jij bestanden en mappen maken en documenten opslaan en versturen onder de juiste naam. 


Slide 4 - Tekstslide

Wat zijn digitale vaardigheden?

Slide 5 - Woordweb

Wat zijn digitale vaardigheden?
Digitale vaardigheden zijn de dingen die je moet weten om goed met computers, telefoons en het internet te kunnen werken.

Welke digitale vaardigheden ken jij al?


Slide 6 - Tekstslide

Belang van  soorten digitale vaardigheden
In de huidige tijd heb je digitale vaardigheden nodig om te communiceren, school te doen en later een baan te vinden. Ze helpen je ook om veilig online te zijn.

Soorten digitale vaardigheden:
  1. Basisvaardigheden: Typen, werken met een computer of telefoon.
  2. Technische vaardigheden: Programma’s en apps gebruiken.
  3. Digitale geletterdheid: Veilig en slim gebruik van internet en sociale media.



Slide 7 - Tekstslide

Webbrowser en zoekmachine
Wat is een webbrowser?
Een webbrowser is een programma waarmee je op internet kunt zoeken en websites kunt bekijken. Voorbeelden zijn Google Chrome, Safari, en Firefox.

Wat is een zoekmachine?
Een zoekmachine helpt je om dingen te vinden op het internet. Bijvoorbeeld Google of Bing. Je typt wat je zoekt in de zoekbalk en de zoekmachine geeft je een lijst van websites die je kunt bekijken.

Slide 8 - Tekstslide

Verschillende soorten websites
  1. Informatie-websites: Deze geven je feiten en uitleg, zoals Wikipedia of nieuwswebsites.
  2. Sociale media: Hier kun je berichten delen en contact maken met vrienden, zoals Instagram, Facebook of TikTok.
  3. Commerciële websites: Deze verkopen producten, zoals Bol.com of Amazon.

Op welke soorten websites zit jij voornamelijk?

Slide 9 - Tekstslide

Internet speurtocht
1. Zoek via Google vijf websites over onderwerpen die je interesseren(bijvoorbeeld dieren, sport, muziek).

2. Kijk of de websites informatie-websites, sociale media, of commerciële websites zijn.

3. Deel met de klas: Wat heb je gevonden? Waren het betrouwbare website? Waarom?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe schrijf je een e-mail?
De belangrijkste punten bij het schrijven een e-mail:

  1. Onderwerpregel: Zet hier kort waar de e-mail over gaat.
  2. Aanhef: Begin de e-mail met een begroeting.
  3. Lichaam van de tekst: Dit is het belangrijkste deel. Hier schrijf je wat je wilt zeggen.
  4. Afsluiting: Eindig de e-mail met een vriendelijke afsluiting.

Slide 11 - Tekstslide

Email challenge
Je gaat aan de slag met onderstaande opdracht:

  1. Schrijf een e-mail met een duidelijke onderwerpregel, een begroeting, een kort bericht en een afsluiting naar een klasgenoot. 
  2. Voeg een bijlage toe (zoals een foto of document) en stuur de e-mail.
  3. Vraag je klasgenoot om te reageren. Hoe lang duurde het voordat je antwoord kreeg? Was de e-mail duidelijk?

Slide 12 - Tekstslide

Bijlage toevoegen
Soms wil je een bestand (zoals een foto of document) mee sturen. 

Klik op de bijlage-knop (meestal een paperclip) om een bestand toe te voegen.

Probeer het eens uit, of kan jij dit al?

Slide 13 - Tekstslide

Documenten opslaan
Het is belangrijk om documenten goed op te slaan, zodat je ze later makkelijk kunt terugvinden. Je kunt documenten opslaan op:

1. Je computer: Bewaar je bestanden in mappen zodat je ze snel kunt vinden.

2. De cloud: Diensten zoals Google Drive of OneDrive slaan je documenten online op, zodat je ze vanaf elk apparaat kunt openen.

Slide 14 - Tekstslide

Bestandsnaam en Mappen
1. Geef je bestanden duidelijke namen, zodat je weet wat erin staat (bijv. "wiskundeopdracht2").

2. Maak mappen om je documenten georganiseerd te houden (bijv. een map "School" met submappen voor verschillende vakken).

Laten we dit oefenen en mappen maken en bestanden opslaan onder duidelijke namen.

Slide 15 - Tekstslide

Documenten versturen
Je kunt documenten via e-mail versturen door ze als bijlage toe te voegen. Dit doe je door het document te kiezen via de "bijlage"-knop in je e-mail.

Tips voor versturen:
1. Controleer of je het juiste bestand hebt toegevoegd.
2. Zorg ervoor dat je e-mail en bijlage goed zijn voordat je op "verzenden" drukt.

Slide 16 - Tekstslide


Documenten Organiseren en Versturen


Ga aan de slag met onderstaande opdracht:

  1. Maak een document in Google Docs of Microsoft Word (bijvoorbeeld een kort verslag of opdracht).
  2. Sla het document op in een map op je computer of in de cloud.
  3. Geef het document een duidelijke naam, zoals "DOE_opdracht".
  4. Stuur het document als bijlage via e-mail naar een klasgenoot of je docent.
  5. Vraag je klasgenoot om het document te openen en te controleren of alles goed werkt.

Slide 17 - Tekstslide

Afsluiting

Slide 18 - Tekstslide

Evaluatie 
Beantwoord de volgende vragen:
Wat ging goed tijdens de les?
Wat kan beter de volgende les?

Denk aan:
Je houding en motivatie
Het lesgeven van de docent

Slide 19 - Tekstslide