toets bespreking haarverzorging blok 0 t/m 4 basis

Je uiterlijke wordt bepaald door verschillende factoren, bijvoorbeeld erfelijkheid. Noem twee factoren die bepalen hoe je eruit wil zien.
1 / 22
volgende
Slide 1: Open vraag
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Je uiterlijke wordt bepaald door verschillende factoren, bijvoorbeeld erfelijkheid. Noem twee factoren die bepalen hoe je eruit wil zien.

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Borstvergroting en face-lifting
Haar invlechten
Hennapatronen op de handen
Uitrekken van de oorlellen
Welke uitleg hoort bij welke cultuur. Sleep de cultuur naar naar het vakje onder de juiste uitleg
Arabische cultuur
Afrikaanse cultuur
Westerse cultuur
Afro-culturen
Tekst
Tekst
Tekst
Tekst

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een kapsalon moet makkelijk schoon te maken zijn. Gordijnen, vloerbedekking en behang moet je gemakkelijk kunnen reinigen. Welke materialen zijn het meest geschikt voor een salon. Kies het juiste antwoord
A
Kunststof
B
Katoen
C
Badstof

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Communiceren doe je op verschillende manieren. Hieronder staan voorbeelden van verbale of non-verbale communicatie. Geef per voorbeeld aan of er sprake is van verbale of non verbale communicatie. Sleep de tekst naar het juiste vak.
verbale communicatie
verbale communicatie
non-verbale communicatie
non-verbale communicatie
Een stagiair trekt zijn wenkbrauwen op nadat zijn stagebegeleider iets aan hem heeft uitgelegd
Een kapper vraagt tijdens het knippen aan een klant hoe haar vakantie was
Een leidinggevende in een kapsalon stuurt alle werknemers een e-mail met informatie over nieuwe producten
Een klant kijkt na een knipbeurt in de spiegel en steekt zijn duim op naar de kapper

Slide 4 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voor bepaalde ruimtes gelden strengere hygiëne-eisen. Deze ruimtes moeten vrij zijn van micro-organismen. Hoe noem je deze vorm van hygiëne?
A
Huishoudelijk schoon
B
Smetschoon
C
Bedrijfshygiëne

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Je loopt stage bij een kapsalon. De kapsalon gebruikt en verkoopt producten van een bepaald merk. Je kent het merk nog niet. Wat kun je doen om meer kennis op van de producten op te doen? Noem twee manieren.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

In de kapsalon waar je stageloopt, wordt een klantenbestand bijgehouden. Gegevens in een klantenbestand moeten relevant zijn. Welke gegevens van klanten zijn relevant voor de kapsalon. Er zijn meerdere antwoorden goed.
A
Eerste behandeldatum
B
Meest gekochte huidproducten
C
Voorkeur voor behandelaar
D
Bijzondere gewoontes

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we het gedeelte van het haar dat zichtbaar is?
A
Haarpapil
B
Haarkiem
C
Haarschacht

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende haar- en hoofdhuidproblemen. Welke beschrijving hoort bij welk haarprobleem. Sleep de juiste omschrijving naar het bijbehorende haarprobleem
Vet haar
Droog haar
Poreus haar
Hoofdroos
Dit haarprobleem staan de haarschubben open. Het haar is dof en voelt ruw aan.
Dit haarprobleem komt voor bij een vette huid. Er zitten witte en gele schilfers in het haar
Bij dit haarprobleem ziet het haar er glimmend uit en hangt het vaak in pieken. De hoofdhuid heeft een olieachtige glans
Bij dit haarprobleem ziet het haar er dof, ruw en breekbaar uit. De talgkliertjes maken te weinig talg aan

Slide 9 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn verschillende soorten shampoos. Kies voor iedere beschrijving welke shampoo het meest geschikt is voor deze klant. Sleep de juiste shampoo naar het vakje
Antiroos shampoo
Hypoallergene shampoo
Alkalische shampoo
Medicinale shampoo
De klant heeft last van een overgevoelige hoofdhuid
De klant heeft last van hoofdluis
De klant heeft zijn haren laten kleuren
De klant heeft witte schilfers in het haar

Slide 10 - Sleepvraag

Antiroosshampoo: hoorn-splitsende stoffen en schimmeldodende stoffen lossen aan elkaar geplakte schimmels op en doden de schimmels.

Hypoallergene shampoo: bevatten bijna  geen stoffen die allergische reacties kunnen veroorzaken

Alkalische shampoo: deze zijn op zeepbasis en laten de schubben open staan, zodat permanentvloeistof of haarverf diep in  het haar kan gaan

Medicinale shampoos: verkrijgbaar bij de apotheek of via de arts. Ze worden gebruikt om hardnekkige haar- en hoofdhuidproblemen tegen te gaan of op te lossen; hoofdluis, berg

Hieronder staan verschillende materialen. Wat heb je nodig als je het haar gaat wassen? Er zijn meerdere antwoorden
A
Handdoeken
B
Ontwarborstel
C
Grove kam
D
Milde shampoo

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kammen zijn verkrijgbaar in diverse materialen. Welke beschrijving hoort bij welke kam? Sleep de juiste omschrijving naar de juite kam
Hardgummi kam
Kunststof kam
Aluminium kam
Hoornen kam
Deze kam is hard en scherp. Deze kam veroorzaakt beschadigingen aan het haar en op de hoofdhuid
Deze kam is van uitstekende kwaliteit. Hij is erg duur en kwetsbaar. Deze kam kan niet gebruikt worden tijdens permanenten of kleuren
Deze kam is van mindere kwaliteit. Door het fabricageproces blijven vaak pers- of spuitnaalden op de tanden achter die het haar kunnen beschadigen
Deze kam is van goede kwaliteit. Hij is stevig, maar niette hard. Deze kam wordt gemaakt van rubber

Slide 12 - Sleepvraag

Antiroosshampoo: hoorn-splitsende stoffen en schimmeldodende stoffen lossen aan elkaar geplakte schimmels op en doden de schimmels.

Hypoallergene shampoo: bevatten bijna  geen stoffen die allergische reacties kunnen veroorzaken

Alkalische shampoo: deze zijn op zeepbasis en laten de schubben open staan, zodat permanentvloeistof of haarverf diep in  het haar kan gaan

Medicinale shampoos: verkrijgbaar bij de apotheek of via de arts. Ze worden gebruikt om hardnekkige haar- en hoofdhuidproblemen tegen te gaan of op te lossen; hoofdluis, berg

Je loopt stage bij een kapsalon. Je hebt net het haar van een klant gewassen en gaat het haar nu borstelen en kammen. Welke materialen heb je nodig om het haar te borstelen en te kammen na het wassen? Er zijn meerdere antwoorden goed
A
Ontwarborstel
B
Polijstborstel
C
Grove kam
D
Fijne kam

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het maken van een visgraatvlecht gaat in vijf stappen. Hieronder staan vijf stappen. Zet de stappen in de juiste volgorde 
Stap 1
Stap 2
Stap 3
Stap 4
Stap 5
Verdeel het haar aan de achterkant in twee gelijke delen
Kam het haar goed uit. Als je een rommelige vlecht wilt, dan 'kam' je met je handen.
Pak nu een haarstreng van de buitenkant van het rechterdeel. Leg deze haarstreng bovenlangs naar de andere kant van hetzelfde deel
Ga door met vlechten totdat de vlecht lang genoeg is. Doe op het einde van de vlecht een elastiekje in
Pak een haarstreng van de buitenkant van het linkerdeel. Leg deze haarstreng bovenlangs naar de andere kant van hetzelfde deel

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe noem je de vlecht die je hier ziet?
A
Franse vlecht
B
Haarbandvlecht
C
Visgraatvlecht
D
Watervalvlecht

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke haardikte is er sprake van dik haar?
A
Meer dan 0,05mm
B
Meer dan 0,07 mm
C
Meer dan 0,09 mm

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie soorten hygiëne. Waarvan zijn de volgende zinnen een voorbeeld;
Maartje veegt eerst haar schoenen af voordat ze een huis binnen gaat
A
Algemene hygiëne
B
Bedrijfshygiëne
C
Persoonlijke hygiëne

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie soorten hygiëne. Waarvan zijn de volgende zinnen een voorbeeld;
Elke ochtend poets ik mijn tanden
A
Algemene hygiëne
B
Bedrijfshygiëne
C
Persoonlijke hygiëne

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Er zijn drie soorten hygiëne. Waarvan zijn de volgende zinnen een voorbeeld;
De schoonmaker veegt elke dag de vloer van de fabriek
A
Algemene hygiëne
B
Bedrijfshygiëne
C
Persoonlijke hygiëne

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke van de onderstaande stellingen is juist?
I. Organisch vuil is altijd plantaardig of dierlijk.
II. Kalkaanslag en roest zijn voorbeelden van anorganisch vuil

A
Alleen stelling I is juist
B
Alleen stelling II is juist
C
Beide stellingen zijn juist
D
Beide stellingen zijn onjuist

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij een haardiagnose beschrijf je de kenmerken van het haar: haartype, veerkracht en haardikte.
Welke 2 kenmerken missen we nog?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke zin hoort bij een polijstborstel? Kies het juiste antwoord
A
De tufts staan ver uit elkaar
B
De spiegel is plat en gesloten
C
De tufts staan dicht bij lekaar

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies