Les 2 Verbranding 1.1 en 1.2

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Thema 1
Verbranding en ademhaling

biologiepagina.nl

Kaars

Verbranding van een kaars

Wat gebeurt er bij het verbranden van een kaars?

Kijk naar het experiment, waarom gaat de kaars uit?

Welke stoffen zijn nodig om een kaars brandend te houden?

Welke stoffen ontstaan bij het verbranden van een kaars?

Formule bij verbranding

Aantonen h2o =Water

Aantonen Co2

Indicator= stof waarmee je een andere stof aantoont.

Co2 gebruik je helder kalkwater. 

Energie

1. Wat heb je nodig voor verbranding in je lichaam?
2. Wanneer vindt er verbranding plaats?
3. Wat zijn de verbrandingsproducten die vrijkomen tijdens verbranding in je lichaam?
4. Wat voor vormen energie komen er vrij na verbranding?

Lichamelijke inspanning

Hoe groter de lichamelijke inspanning, hoe meer energie je nodig hebt, hoe meer verbranding er plaatsvindt. ​

​

Meer brandstof en zuurstof is nodig​

Er ontstaan meer afvalstoffen (koolstofdioxide, zweet)​

​

Organen zoals de longen en het hart werken dan harder.​

​

Hartslag en ademhaling

- pak je wijs en middelvinger en leg deze op de binnenkant van 

je pols.

- tel voor 30 seconden de hartslagen die je voelt.

- doe dit keer twee om je hartslag per minuut te weten.

- Maak nu 10 diepe kniebuigingen.

- meet nu weer je hartslag.
Is het hoger/lager dan bij rust?

Maak nu

Lezen blz. 8 t/m 15

Mkn. opdr. 1 t/m 8

Over 20 min. nabespreken.

Basisstof 2

Het ademhalingsstelsel

Nakijken 

Blz 8 t/m 16
opdrachten 1 t/m 8

Luchtwegen

Neusademhaling

1. Je neus "keurt" de lucht

2. Je neushaartjes houdt stof en ziekteverwekkers tegen.

3. Je neus maakt lucht vochtig /warm.

Lees de tekst van blz. 22 en maak opdrachten 3 en 4

Keelholte

• Ingeademde lucht komt vervolgens in de keelholte.
• Ook voedsel komt door de keelholte.
• Het strotklepje sluit de luchtpijp
  af als je slikt.
• De huig sluit de neusholte af als je slikt.
• Soms verslik je je waardoor
  er voedsel in je neusholte
  of luchtpijp komt.

Luchtpijp en longen

• Hoefijzervormige kraakbeenringen
•  Spiertjes
• Longblaasjes
• Dunne wand

Ga nu aan de slag

Lezen en maken   blz. 15 en 23 

                                             opdrachten 1 t/m 8

Over 20 minuten bespreken we een aantal opdrachten na.