Argumentatie - H4 - 02

Standpunt + argumenten
Soorten argumenten
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Standpunt + argumenten
Soorten argumenten

Slide 1 - Tekstslide

Een synoniem van standpunt is:
A
opinie
B
reden
C
argument
D
mening

Slide 2 - Quizvraag

Een synoniem van argument is:
A
onderbouwing
B
visie
C
reden
D
discussiepunt

Slide 3 - Quizvraag

Misschien moeten we de coronamaatregelen maar opheffen.
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 4 - Quizvraag

Volgens mij moet jij op tijd naar bed gaan.
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 5 - Quizvraag

Ik ben er niet zeker van of lijfstraffen helpen tegen spijbelen.
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 6 - Quizvraag

Mijns inziens moeten we geen telefoons meer toelaten op school.
A
positief standpunt
B
negatief standpunt
C
standpunt van twijfel

Slide 7 - Quizvraag

Paragraaf 2: Soorten argumenten!

Slide 8 - Tekstslide

Objectief = feitelijk, controleerbaar
Subjectief = niet-feitelijk

Argumentatie op basis van:
- feiten;
- onderzoek of wetenschap;
- normen en waarden;
- vermoedens;
- geloof of overtuiging (levensbeschouwing);
- gezag of autoriteit;
- nut.

Slide 9 - Tekstslide

Ik vind dat je katten binnen moet houden. Het lijkt erop dat die grote aantallen dode, jonge merels het slachtoffer zijn van die roofzuchtige dieren.

Argumentatie op basis van:
A
feiten
B
vermoedens
C
nut
D
gezag

Slide 10 - Quizvraag

Per dag een half uur bewegen is gezond. Onderzoek heeft uitgewezen dat je conditie daar echt beter van wordt.

Argumentatie op basis van:
A
feiten
B
wetenschap
C
normen en waarden
D
levensbeschouwing

Slide 11 - Quizvraag

In de Bijbel staat nergens dat het homohuwelijk verboden is. Vrouwen kunnen dus prima met vrouwen trouwen en mannen met mannen.

Argumentatie op basis van:
A
feiten
B
normen en waarden
C
vermoedens
D
levensbeschouwing

Slide 12 - Quizvraag