Hoofdstuk 4 Paragraaf 1 Oorlog in Europa

Introductie: De Tweedewereldoorlog
Tijdvak 9: Tijd van Wereldoorlogen. 

1900-1950
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Introductie: De Tweedewereldoorlog
Tijdvak 9: Tijd van Wereldoorlogen. 

1900-1950

Slide 1 - Tekstslide

Tweede Wereldoorlog

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Video

Maken introductie
  • Maken introductie
  • Klaar? Verder met paragraaf 4.1.

Slide 4 - Tekstslide

Huiswerk
  • Huiswerk: Maken introductie.
  • Laptop volgende les mee.

Slide 5 - Tekstslide

Paragraaf 4.1: Oorlog in Europa
Tijdvak 9: Tijd van Wereldoorlogen. 

1900-1950

Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Leerdoelen van deze les:

• Je kan 2 oorzaken van de Tweede Wereldoorlog benoemen.
• Je kan uitleggen wat een argument is
• Je kan 1 voorbeeld van een argument noemen die Hitler gebruikte voor zijn veroveringen.
• Je kan uitleggen wat blitzkrieg is.
• Je weet welke landen in Europa door Duitsland verovert werden.
• Je kan uitleggen wat capituleren is.
• Je kan uitleggen waarom Nederland capituleerde

  •  Je kan uitleggen waarom Duitsland ook in de tweede Wereldoorlog een tweefrontenoorlog voerde.  

• Je kan uitleggen wat een invasie was.

• Je kan uitleggen waarom de geallieerden een invasie pleegden in Europa.

• Je kan noemen wie Berlijn veroverde

• Je kan uitleggen wat met Hitler gebeurde aan het einde van de Tweede Wereldoorlog.

Slide 8 - Tekstslide

Oorzaken van de oorlog
  • Duitsers hadden meer grondgebied nodig om te leven. 
  • Hitler wilde alle Duitsprekende mensen bij Duitsland hebben.
Argument= Goede reden

Slide 9 - Tekstslide

Wat was Hitler's argument om Sudetenland op te eisen?

Slide 10 - Open vraag

Diplomatie
  • Britse en Franse regeringsleiders wilden diplomatie om oorlog te voorkomen. 
  • Tsjecho-Slowakijke moest Sudetenland aan Duitsland geven. 

Slide 11 - Tekstslide

Diplomatie
  • Na Sudetenland geen land meer.
  • 1 September 1939 viel Duitsland Polen binnen. 

Slide 12 - Tekstslide

Stelling: De Geallieerden hadden Hitler eerder moeten stoppen.

Slide 13 - Open vraag

Blitzkrieg (Bliksem Oorlog)
  • Snelle oorlog met tanks en vliegtuigen.
  • Nederland (5 dagen)
  • Belgie ( 18 dagen)
  • Frankrijk (6 weken)

Slide 14 - Tekstslide

Nederland
Capituleerden naar 5 dagen omdat: 
  • Rotterdam werd gebombadeerd. 
  • Dreigden Amsterdam, Utrecht en Den Haag te bombaderen. 

Slide 15 - Tekstslide

Capituleren



Capituleren = overgeven


Slide 16 - Tekstslide

Had Nederland door moeten vechten?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Groot-Brittannie
Werd niet veroverd door Duitsland. 

Battle for Britain

Slide 19 - Tekstslide

Sovjet-Unie
  • Volgens Hitler de grootste vijand van Duitsland
  • 1941 viel Duitsland, Rusland aan. 
  • In 1942 verloor Duitsland de slag om Stalingrad. Daarna waren de Sovjets aan de winnende hand. 

Slide 20 - Tekstslide

Waarom had Duitsland daarna te maken met een tweefrontenoorlog?

Slide 21 - Open vraag

V.S.
  • Na de aanval op Pearl Harbour door Japan.
  • Duitsland verklaart de VS de oorlog. 

Slide 22 - Tekstslide

Invasie
Doel: (Her)overen van West-Europa.

Probleem: Groot-Brittannie is een eiland. 

Invasie vanaf Groot-brittannie naar West-Europa

Invasie= Vijandelijke inval

Slide 23 - Tekstslide

Verloop einde Tweede Wereldoorlog
  • Tweefronten Oorlog
  • Britten, Amerikanen, Fransen Canadezen vanuit het westen
  • Sovjet-Unie vanuit het oosten. 

Slide 24 - Tekstslide

Einde Tweedewereldoorlog
  • Sovjets veroveren Berlijn in 1945
  • HItler pleegt zelfmoord in zijn Bunker
  • 8 mei volgt de Duitse Capitulatie

Slide 25 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maken paragraaf 4.1
  • Verder met paragraaf 4.2

Slide 26 - Tekstslide

Noem 1 oorzaak van de Tweede Wereldoorlog

Slide 27 - Open vraag

Welke nieuwe tactiek maakte Duitsland gebruik van tijdens zijn veroveringen?

Slide 28 - Open vraag

Huiswerk
  • Maken paragraaf 4.1
  • Leren leerdoelen paragraaf 4.1.

Slide 29 - Tekstslide