Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4M - L2 P1 - hulpwerkwoorden
Deutsch!
4M
Les 2 P1
1 / 43
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
In deze les zitten
43 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
25 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Deutsch!
4M
Les 2 P1
Slide 1 - Tekstslide
Schule in Deutschland
Slide 2 - Tekstslide
Schule in Deutschland
- waarom relevant?
- grootste verschillen?
Slide 3 - Tekstslide
Wiederholung
Werkwoorden in het Duits...
Ken jij ze nog?
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Kies de juiste vertaling:
jullie heten
A
ihr heißen
B
ihr heißt
Slide 6 - Quizvraag
Grammatik: haben sein & werden
Übungen
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
maak de juiste combinaties
sleep de werkwoorden naar het juiste persoonlijk voornaamwoord op de volgende dia's
Slide 11 - Tekstslide
het werkwoord haben
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben
Slide 12 - Sleepvraag
het werkwoord sein
ich
du
e/s/e
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 13 - Sleepvraag
haben oder sein ????
Vergiss nicht, zu konjugieren (vervoegen) !!!!
Slide 14 - Tekstslide
Zijn jullie thuis?
... ihr zu Hause?
Slide 15 - Open vraag
... du Hunger?
Slide 16 - Open vraag
Het werkwoord werden
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
Slide 17 - Sleepvraag
werden -> betekenis (1)
worden
Morgen
werde
ich 16.
Ich will später Lehrerin
werden
.
Mein nächstes Fahrrad
wird
blau.
Ich
werde
verrückt!
uitleg
Slide 18 - Tekstslide
werden -> betekenis (2)
zullen, gaan ..., van plan zijn
Das
werde
ich nicht machen.
Wir
werden
dich morgen besuchen.
Thomas
wird
seine Hausaufgaben machen.
Werdet
ihr das Buch noch lesen?
uitleg
Slide 19 - Tekstslide
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
e
st
t
en
t
en
werden -> uitzondering
werd
werd
werd
werd
werd
werd
wirst
wird
du
en
er
zijn
onregelmatig
. De rest van het werkwoord is
regelmatig
!
Let op de exta 'e'.
e
e
e
Slide 20 - Tekstslide
En nu jij!
Je krijgt 8 vragen:
4x multiple choice
4x open
Kan jij
werden
al correct vervoegen?
uitleg
Slide 21 - Tekstslide
Ik word morgen 14.
Ich ... morgen 14.
1/8
A
werde
B
wirde
C
werd
D
wird
Slide 22 - Quizvraag
Zullen jullie lief zijn?
... ihr lieb sein?
2/8
A
Wirdet
B
Werd
C
Werdet
D
Werdt
Slide 23 - Quizvraag
Jij wordt later dierenarts.
Du ... später Tierarzt.
3/8
A
werdest
B
wirst
C
wirdst
D
wirdest
Slide 24 - Quizvraag
Thomas gaat ons helpen.
Thomas ... uns helfen.
4/8
A
werdet
B
wirst
C
werdest
D
wird
Slide 25 - Quizvraag
Word jij naar school gebracht?
... du zur Schule gebracht?
5/8
Slide 26 - Open vraag
Ik ga mijn vader helpen.
Ich ... meinem Vater helfen.
6/8
Slide 27 - Open vraag
Maria word beroemd.
Maria ... berühmt.
7/8
Slide 28 - Open vraag
Mein Opa und Oma ... für immer zusammenbleiben.
8/8
Slide 29 - Open vraag
Samenvatting
uitzondering: werden
werden:
ich
du
er, sie, es
wir
ihr
sie, Sie
werde
wirst
wird
werden
werdet
werden
werden
heeft 2 betekenissen:
worden
zullen/van plan zijn/gaan ...
Vertalen van
gaan
:
werden = van plan zijn, zullen
gehen = ergens naartoe
uitleg
Slide 30 - Tekstslide
Morgen
ga
ik je bellen. (van plan zijn ->
werden
)
Morgen
ga
ik naar oma. (naartoe ->
gehen
)
Gaan
we nog afspreken? (zullen ->
werden
)
Gaan
we nog? (naartoe ->
gehen
)
gaan:
werden
of
gehen
?
werden
: zullen, gaan ..., van plan zijn
gehen
: ergens naartoe
uitleg
Slide 31 - Tekstslide
En nu jij!
Je krijgt 4
multiple choice vragen.
Weet jij al wanneer je
werden
of
gehen
moet gebruiken?
uitleg
Slide 32 - Tekstslide
Ali will später Lehrer ...
1/4
uitleg/antwoord
Ali wil leraar
worden
->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 33 - Quizvraag
Wir ... morgen nach
Deutschland fahren.
2/4
uitleg/antwoord
wij
zijn van plan
naar Duitsland te rijden ->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 34 - Quizvraag
Das ... ich echt nicht
machen!
3/4
uitleg/antwoord
dat
zal
ik echt niet doen! ->
werden
A
werden
B
gehen
Slide 35 - Quizvraag
Gute Nacht, ich ...
ins Bett!
4/4
uitleg/antwoord
ik
ga naar
bed (
toe
) ->
gehen
A
werden
B
gehen
Slide 36 - Quizvraag
En nu de hulpwerkwoorden doorelkaar!
Weet jij welke vorm je moet gebruiken?
uitleg
Slide 37 - Tekstslide
............... du Zeit für mich?
Slide 38 - Open vraag
Sara ... morgen 15.
Slide 39 - Open vraag
Ich weiß nicht, was ich falsch gemacht ................ .
Slide 40 - Open vraag
.................. du müde?
Slide 41 - Open vraag
... ihr diesen Sommer reisen?
Slide 42 - Open vraag
Slide 43 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
4M - L3 P1 - hulpwerkwoorden
September 2024
- Les met
43 slides
Duits
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2,3
2022_week23_2ha_les1_K6L1 werden 1
Juni 2022
- Les met
38 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
werden üben
September 2021
- Les met
34 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2v_K6L2_C werden 1
Juni 2021
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
2mh - les 3 P1 - werden
Oktober 2023
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
De werkwoorden haben & sein in de verleden tij den het werkwoord werden
Augustus 2023
- Les met
23 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
2hv - L2 P4: werden + woordenschat
Mei 2022
- Les met
25 slides
Duits
Middelbare school
vmbo g, t
Leerjaar 4
HABEN & SEIN & WERDEN
Augustus 2022
- Les met
39 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1