PA 3- el imperativo

Hoy es 13 de octubre
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoy es 13 de octubre

Slide 1 - Tekstslide

Hoy/ vandaag...


•Ik kan de gebiedende wijs van regelmatige werkwoorden vervoegen
* ik kan een instructie geven in het Spaans

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vorm ik de presente perfecto (voltooid tegenwoordige tijd)

Slide 3 - Woordweb

¡Trabaja!
Maak el imperativo (gebiedende wijs) van de volgende werkwoorden:
subir- tomar- visitar- leer
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

El imperativo/ de gebiedende wijs

Slide 5 - Tekstslide

Kies de juiste vorm van el imperativo:
___________ (mirar, tú), aquí tienes un lápiz
A
Mire
B
Mira

Slide 6 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van el imperativo:
Señora, ¿____________ (disculpar), puede abrir la ventana, por favor?
A
disculpa
B
disculpe

Slide 7 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van el imperativo:
¡__________ (enviar, vosotros) un correo electrónico!
A
envía
B
enviad

Slide 8 - Quizvraag

Kies de juiste vorm van el imperativo:
Oye, chica: ¡_______ las instrucciones!
A
Lee
B
Lea

Slide 9 - Quizvraag

A trabajar!
WB p. 33-34 opdr. 30 A, B, C en D
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Frases Clave p. 15
¿Diculpa, cómo puedo llegar a Johan de Witt? (neem me niet kwalijk, hoe kan ik naar Johan de Witt gaan)
- Gira a la derecha y ahí está (sla rechtsaf en daar is het)


¿Qué linea de tranvía tengo que coger? (welke tramlijn moet ik pakken)
- Coge la línea 4 y baja en la parada de Monstersestraat (neem lijn 4 en stap uit...)





Slide 11 - Tekstslide

¡Juega!
¡Hacemos dos grupos!

1. Kies je beste acteur
2. Raad de actie (hele ww) van je klasgenoot
3. Zoek op de hele werkwoord in het Spaans
4. Maak van de hele werkwoord, de imperativo 
bij tú, usted, vosotros, ustedes
5. De eerste groep die klaar is, zegt LISTO!
6. Helemaal goed? Je groep krijgt 2 punten 
timer
1:30

Slide 12 - Tekstslide

Geef 1 instructie/aanwijzing in het Spaans.
•Bedenk eerst de hele werkwoord
*Aan wie wil je het zeggen?
• zoek de betekenis van het werkwoord op
• maak de gebiedende wijs ervan

Slide 13 - Open vraag