Plurals

Goodday everybody!
                           It's great to see you back!

- Please put your telephones in the classroom pockets.

- Please take off your jackets/coats.

- Switch on your laptops!


1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Goodday everybody!
                           It's great to see you back!

- Please put your telephones in the classroom pockets.

- Please take off your jackets/coats.

- Switch on your laptops!


Slide 1 - Tekstslide

Today ...
* We're going to talk about plurals (meervoud) in het Engels.

* Grammatica uitleg

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s. Dus plak een -s achter het woord.

parent - parents
star - stars
friend - friends
Plural

Eindigen op -sis klank: 
-es erachter. 

watch - watches
dish - dishes

Slide 4 - Tekstslide

Plural

eindigt woord op medeklinker + -y: 
De -y verandert in -ies.

lady - ladies
story - stories
Plural

Eindigt woord op medeklinker + -o:
 Plak -es erachter.

potato - potatoes
tornado - tornadoes

Slide 5 - Tekstslide

Plural

Eindigt woord op -f (klank):
 De -f verandert in -ves. 

life - lives
leaf - leaves
Plural

Eindigt woord op ff:
alleen s erachter.

cliff- cliffs
handcuff- handcuffs

Slide 6 - Tekstslide

Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children
foot - feet
mouse - mice
sheep - sheep
tooth - teeth

Slide 7 - Tekstslide

Plural of:
A
tomatos
B
tomaten
C
tomato's
D
tomatoes

Slide 8 - Quizvraag

Plural of elf?
A
elfs
B
elvs
C
elfes
D
elves

Slide 9 - Quizvraag

Plural of
wolf?
A
wolves
B
wolfs
C
wolvs
D
wolfes

Slide 10 - Quizvraag

Plural of knive:
A
knife's
B
knifes
C
knives
D
kniven

Slide 11 - Quizvraag

Plural of Child:
A
child's
B
childs
C
kinderen
D
children

Slide 12 - Quizvraag

Plural of Mouse
A
mouses
B
mice
C
mices
D
mouse's

Slide 13 - Quizvraag

Plural of:
A
shoe
B
shoes
C
shoees
D
shoos

Slide 14 - Quizvraag

Plurals (= meervoud):
What is the plural of
baby?
A
babys
B
baby's
C
babies
D
babyes

Slide 15 - Quizvraag

Plural of puppy:
A
puppies
B
puppy's
C
puppys
D
puppen

Slide 16 - Quizvraag

Plural of
watch?
A
watchs
B
watches
C
watch's
D
watchis

Slide 17 - Quizvraag

Plural of
A
taxies
B
taxi's
C
taxis
D
taxie's

Slide 18 - Quizvraag

Ik snap de grammatica over de plurals en kan dit ook toepassen.
Ja,
Nee
Een beetje

Slide 19 - Poll