In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Hfdst 7.3
Klas P5A
Slide 1 - Tekstslide
Hoofdstuk 7 Breuken
7.1 Breuken verkennen
7.2 Breuken vergelijken
7.3 Optellen en aftrekken
7.4 Vermenigvuldigingen en verhoudingen
7.5 Breuken en decimale getallen
7.6 Gemengde opdrachten
Slide 2 - Tekstslide
Waar kom je breuken tegen?
- Deel - geheel : 2/3 van de pizza - Deel van een hoeveelheid: kwart van de aanwezigen - Maat: halve kilo suiker; 1/4 liter melk - Eerlijk delen : 2 pizza's delen met z'n drieën - Verhouding: 9 van de 10 studenten woont nog thuis - Getal om mee te reken: 1/3 + 1/4 =
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kent het begrip breuk
Je weet wat de teller is
Je weet wat de noemer is
Je kunt gelijknamige breuken optellen
Je kunt ongelijknamige breuken optellen
Slide 4 - Tekstslide
Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
GELIJKNAMIGE BREUKEN
GELIJKNAMIGE BREUKEN zijn breuken met dezelfde NOEMER:
Je kunt deze gelijknamige breuken bij elkaar
optellen,aftrekken, vermenigvuldigen en delen.
De NOEMER blijft altijd gelijk!
Slide 8 - Tekstslide
ONGELIJKNAMIGE BREUK
Als de noemer niet hetzelfde is, is het een ONGELIJKNAMIGE breuk.
Je moet dus eerst de breuk
GELIJKNAMIG maken
(de NOEMERS
hetzelfde maken)
Slide 9 - Tekstslide
Wat is in deze breuk de teller? Het gaat om de stukken taart die er nog liggen
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 10 - Quizvraag
4/5 + 2/5 =
A
1 1/5
B
3/10
C
6/10
D
2/5
Slide 11 - Quizvraag
Slide 12 - Sleepvraag
Zet ze in de goede volgorde van klein naar groot
Slide 13 - Sleepvraag
Vrouwen en sport
Uit onderzoek onder 2000 vrouwen blijkt dat een kwart van de vrouwen meer dan drie keer per week sport. Een vijfde deel hiervan sport alleen.
Slide 14 - Tekstslide
Zijn er nog vragen?
VRAGEN?
Slide 15 - Tekstslide
Breuken vereenvoudigen
Een breuk VEREENVOUDIGEN betekent dat je een breuk zo makkelijk mogelijk op gaat schrijven.
Hoe kleiner de NOEMER, hoe minder (breuken) stukjes heb je....
Dit doe je door de TELLER en de NOEMER door hetzelfde getal te DELEN.