Je gaat nu beginnen met het opschrijven van je tekst van lesson 4 en 5.
Beschrijf je huisdier of een lievelingsdier.
Gebruik woorden van blz. 117 (KADER: blz. 122) en maak zinnen in de tegenwoordige tijd.
Beschrijf 2 speciale dagen waar je thuis aandacht aan besteedt.
Gebruik woorden van blz. 118. (KADER: blz. 123/124)
Stel 2 vragen in je vlog. (aan huisgenoot of de kijkers)
Gebruik 2x een ontkennende zin. (een zin met NOT)