Lección 1, Bron D/G

¡Hola!
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

¡Hola!

Slide 1 - Tekstslide

Las reglas de la clase
  1. Bij binnenkomst spullen op tafel: Boeken, pen, laptop en schrift.
  2. Geen mobieltjes in de klas.
  3. Als ik praat, zijn jullie stil.
  4. Steek je hand op als je iets wilt zeggen
  5. Niet aan elkaar of elkaars spullen zitten.
Klasregels
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

¿Cómo estas hoy?
Hoe gaat het vandaag?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Wat gaan we 
vandaag leren?

  • Bron D, verbo ser y estar herhalen
  • Bron G, leren

Slide 4 - Tekstslide

SER
es
eres
soy
son
somos
sois
yo
ellos/-as/ustedes
él/ella/usted
nosotros/-as

tu
vosotros/-as

Slide 5 - Sleepvraag

ESTAR
está
estás
estoy
están
estamos
estáis
yo
ellos/-as/ustedes
él/ella/usted
nosotros/-as

tu
vosotros/-as

Slide 6 - Sleepvraag

Welk werwoord past het beste bij de zin?
Yo _____ holandés.
Ellos _____ compañeros de clase.
Vosotras _____ en casa.
Nosotros _____ hermanos.
Él _____ muy aburrido ahora.
Tú _____ bien.
somos
son
estás
soy
está
estáis

Slide 7 - Sleepvraag

Repaso
FRASES CLAVE, BRON E

Slide 8 - Tekstslide

Welke antwoord past het beste bij de vraag?
¿Tienes planes para el fin de semana?
¿También es romántica?
¿Cómo es tu novia?
¿Con quién vas a la fiesta?
¿Dónde está la playa?
Voy con mi novia.
Sí, quiero ir a la fiesta de un amigo.
Está al final de la calle, a la derecha.
Es muy inteligente, sincera y deportiva.
Claro que sí.

Slide 9 - Sleepvraag

timer
1:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat is de stam van: repetir?

Slide 11 - Open vraag

Wat gebeurt met de stam "repet"?

Slide 12 - Open vraag

  • De stam verandert. 
In plaats van "repet" is "repit".

  • Er is een klinkerwisseling:
 e = i

Slide 13 - Tekstslide

Maar de stam van 
"nosotros/-as, vosotros/-as" 
blijft met de letter "e" zoals de originele stam.

Slide 14 - Tekstslide

El verbo pedir
werkwoorden met een klinkerwisseling
1. Haal AR/ER/IR van het werkwoord af (je hebt nu de stam).
2. Plak de juiste uitgang van de regelmatige werkwoorden achter de stam. 
3. Werkwoord met klinkerwisseling de e verandert in i
bestellen
yo pido una pizza.
(ik bestel een pizza)

Slide 15 - Tekstslide

timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Kies de juiste werkwoordsvorm.

Slide 17 - Tekstslide

¿Qué excursión _____ tu amiga y tú?
A
elegís
B
eligen

Slide 18 - Quizvraag

Mi amiga y yo _____ la excursión al Machu Pichu.
A
elegimos
B
eligen

Slide 19 - Quizvraag

Oye Antonio, ¿_____ tú los billetes para la excursión?
A
pedimos
B
pides

Slide 20 - Quizvraag

Antes de irnos,
mi amigo y yo _____ un café.
A
pide
B
pedimos

Slide 21 - Quizvraag

El camarero _____ café muy bueno.
A
sirve
B
servís

Slide 22 - Quizvraag

Mi tía _____ un billete para la excursión al lago Titicaca.
A
pido
B
pide

Slide 23 - Quizvraag

¿Que te pasa Marta?
¿Por qué te _____ tanto?
A
reís
B
ríes

Slide 24 - Quizvraag

Mi tía siempre _____ la misma excursión.
A
repito
B
repite

Slide 25 - Quizvraag

Vul in onderstaande zinnen de juiste vorm in van het werkwoord tussen haakjes in de presente 
(tegenwoordige tijd)

Slide 26 - Tekstslide

¿Por qué no (elegir, nosotros) la excursión al Lago Titicaca?

Slide 27 - Open vraag

Este pico es muy alto: (medir) más de 3.000 metros.

Slide 28 - Open vraag

¿Por qué (repetir) tú la misma excursión?

Slide 29 - Open vraag

La alas de este Cóndor (medir) casi tres metros.

Slide 30 - Open vraag

Mis padres y yo (repetir) este viaje cada año.

Slide 31 - Open vraag

Al final de la excursión (pedir, yo) una Coca Cola en un bar.

Slide 32 - Open vraag

Welke woorden
uit het liedje ken jij?
Schrijf ze op.

Slide 33 - Open vraag

¡Adiós!

Slide 34 - Tekstslide