Les7 U2

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Ga naar Lesson-up en type de PIN in.
Allumez votre ordinateur.
Mettez le livre sur la table.
Vous avez des écouteurs?

Zet jouw laptop aan.
Leg jouw boek op tafel.
Hebben jullie oortjes?
timer
2:00

Slide 1 - Tekstslide

Programme d'aujourd'hui

Apprendre 1-4
Savoir
poser des questions
corriger les devoirs
le futur / l'imparfait

Slide 2 - Tekstslide

6

Slide 3 - Video

Wordt vertaald met ik zal, jij zult, hij zal, wij zullen, jullie zullen, zij zullen....


   Onderwerp  hele werkwoord (infinitief)  + vaste uitgang.
je: infintief + ai
tu: infintief + as
il/elle/on: infintief + a
nous: infintief + ons
vous: infintief + ez
ils/elles:infintief + ont


Slide 4 - Tekstslide

Kleine toets....
timer
5:00

Slide 5 - Tekstslide

Gewoonte uit het verleden
bv ik was
Recept:
  1. Nous vorm (pr) - ons
  2. toevoegen ais, ais, ait, ions, iez, aient

Voornemen in de toekomst
bv ik zal zijn
Recept:
  1. hele werkwoord
  2. toevoegen ai, as, a, ons, ez, ont

Slide 6 - Tekstslide

Imparfait
Gewoonte uit het verleden
  • ik sprak (parler)
  • Zij eindigden (finir)

Nous parlons   ->    parl-
      ->    je parlais
Nous finissons -> finiss-
-> ils finissaient


Futur
Voornemen in de toekomst
ik zal spreken (parler)
zij zullen eindigen (finir)

-> je parlerai

-> ils finiront


Slide 7 - Tekstslide

00:11
Wanneer gebruik je de futur (simple)?

Slide 8 - Open vraag

01:14
Dus.... wat is de basis (la base) om een werkwoord in de futur te zetten?

Slide 9 - Open vraag

01:33

Savez-vous les terminaisons du futur?

Slide 10 - Open vraag

02:09
Wat moet je onthouden met werkwoorden als bijvoorbeeld; attendre, vendre, apprendre.... ?

Slide 11 - Open vraag

02:19
Welke 4 onregelmatige werkwoorden hebben een ander "base" voor le futur?
Er worden straks 3 in de uitleg genoemd

Slide 12 - Open vraag

02:57
Wat is dus de "la base" voor de werkwoorden "avoir", "être" en "aller"?
Weet je die van "faire" ook?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Lees mee en vul de ontbrekende woorden in

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

Apprendre 6
Apprendre 6, page 83

Slide 16 - Tekstslide