Impro #4

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

beamer

seth stefan eline lois atsupi tara rutger corné 

X maurits tijmen max marijn vera rachel grace stijn tomas

X bernoud  levi  rens  louise  eva  noa  flore  laura  joel  job  X

Slide 1 - Tekstslide

beamer

Slide 2 - Tekstslide


beamer


 anna m  anna r  nieke  ellemieke  alexander  daan  floryan  thobian 

X  jeroen  daniel  nathan  mart  ezra  bente  anne-maartje  jonne  X

X  carmen  rhodé  rosalie  elena  jet  floortje  loes  marlou  zara  naomi  anniek 

Slide 3 - Tekstslide

VORIGE KEER
HERHALING DEFINIËREN
HANDELING 
MOTIEF EN WEERSTAND

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen

Ik kan een scène bedenken en spelen die begint met handeling, waarin de wie-wat-waar gedefiniëerd wordt en waarin er een conflict met de WAAR plaatsvindt en deze presenteren.

Slide 5 - Tekstslide

DEFINIËREN
WIE ('Hey mam!')
WAT ('Tessa, nu ben ik het zat! Ga je maar melden.')
WAAR ('Wat vliegen we hoog hè!') 
of door een handeling (zoals roeren in een pan)

Slide 6 - Tekstslide

Dáárvoor: handeling
Waarom? 
Handeling maakt geloofwaardig, geeft houvast en zorgt voor input bij je spel.

Slide 7 - Tekstslide

Conflict met de WAAR
We hebben vorige keer gezien hoe handeling conflict kan veroorzaken. 
Conflict kan ook veroorzaakt worden door de WAAR.

Slide 8 - Tekstslide

Conflict met de WAAR

Ik kan een scène bedenken en spelen die begint met handeling, waarin de wie-wat-waar gedefiniëerd wordt.  
en waarin er een conflict met de WAAR plaatsvindt. 

Slide 9 - Tekstslide

Conflict met de WAAR
Voor een cijfer: bedenk met je groepje een scène met een gegeven wat en waar. De wie moet je dus nog zelf bedenken. De scène begint met handeling.

De wie, wat en waar moeten nog gedefiniëerd worden 
door tekst of uitbeelden. 
Het conflict moet ook worden opgelost en de scène logisch afgerond. 

Voordeel: je kunt de scène nu helemaal voorbereiden i.p.v.  improviseren!

Slide 10 - Tekstslide

Conflict met de WAAR
Voor een cijfer: een scène waarin de WAAR ervoor zorgt dat er een conflict ontstaat. De WAAR is de weerstand.

Checklist
Begin met handeling?
Wie-wat-waar gedefiniëerd?
Conflict/probleem helder?
Conflict opgelost?
Scène logisch afgerond?

Voordeel: je kunt de scène nu helemaal voorbereiden i.p.v.  improviseren!
timer
30:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelencheck

Ik kan een scène bedenken en spelen die begint met handeling, waarin de wie-wat-waar gedefiniëerd wordt en waarin er een conflict met de ruimte plaatsvindt en deze presenteren.

Slide 12 - Tekstslide