Hoe werkt een elektriciteitscentrale?

Hoe werkt een elektriciteitscentrale?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe werkt een elektriciteitscentrale?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen hoe een elektriciteitscentrale werkt

Slide 2 - Tekstslide

Introduceer het leerdoel van de les aan de leerlingen
Wat weet je al over de werking van een elektriciteitscentrale?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een elektriciteitscentrale?
Een elektriciteitscentrale is een gebouw waar elektriciteit wordt opgewekt uit brandstoffen zoals steenkool, gas of kernenergie.

Slide 4 - Tekstslide

Leg kort uit wat een elektriciteitscentrale is en welke brandstoffen worden gebruikt.
Brandstofverbranding
De brandstof wordt verbrand in de centrale en zet water om in stoom.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit hoe brandstof wordt verbrand en wat het effect hiervan is op water.
Stoomturbine
De stoomturbine wordt aangedreven door de stoom en zet een generator in beweging.

Slide 6 - Tekstslide

Beschrijf wat een stoomturbine is en hoe deze werkt.
Generator
De generator zet de beweging van de stoomturbine om in elektriciteit.

Slide 7 - Tekstslide

Leg uit wat de functie van een generator is.
Soorten elektriciteitscentrales
Er zijn verschillende soorten elektriciteitscentrales, zoals kolencentrales, gascentrales en kerncentrales.

Slide 8 - Tekstslide

Geef een overzicht van de verschillende soorten elektriciteitscentrales.
Voordelen en nadelen
Elektriciteitscentrales leveren energie, maar hebben ook nadelen zoals luchtvervuiling en afhankelijkheid van fossiele brandstoffen.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de voor- en nadelen van elektriciteitscentrales.
Duurzame energie
Er zijn ook duurzame manieren om energie op te wekken, zoals wind- en zonne-energie.

Slide 10 - Tekstslide

Leg uit dat er ook duurzame manieren zijn om energie op te wekken en geef voorbeelden.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.