H4 - Period 1 - Writing

Writing - H4 
Period 1
1 / 49
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 49 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Writing - H4 
Period 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today's goals
After this lesson, you ...
  •  know what is expected of you for the writing test.
  •  know how to structure your composition.
  •  can avoid common mistakes in writing.
  •  know what linking words are and you can use them in your writing.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De toets
Je krijgt de keuze tussen twee onderwerpen
Vier alinea's
140-150 woorden
Handgeschreven
30 minuten
Woordenboek toegestaan

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Structure
Title
Paragraph 1: Introduction - introduce your topic
Paragraph 2: First body paragraph - positive points
Paragraph 3: Second body paragraph - negative points
Paragraph 4: Conclusion - summary of the information from the body paragraphs and final answer

Slide 4 - Tekstslide

Organise your thought and ideas
Which topic what do you know about this topic
positives
negatives

Introduction
- Attracts readers’ attention
- Gives a BRIEF background of topic
- Includes NO detail of support/evidence/examples 
(save that for the body paragraphs)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusion

Avoid repetition. Instead rephrase sentences.

End with a real conclusion!!! 
Give a final verdict

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Linking words

Linking words (signaalwoorden) are the 'signs' that help you find your way in a text. They are used to link words, phrases or sentences. Thus, they help to build up clear relationships within the text.

Linking words are very important for writing!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Which linking words do you know in English?

Slide 8 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Some categories of linking words
  • Addition/sequence
  • Comparison
  • Contrast
  • Example
  • Conclusion/summary
  • Condition
  • Cause/reason

Slide 9 - Tekstslide

Addition/sequence: something else is going to be added to what was already said.
Comparison: the writer is going to say how two things are the same.
Contrast: the writer is going to say how two things are different.
Example: the writer gives an example of what they are talking about.
Conclusion/summary: the writer repeats the most important points of the text and says what message we should take from the text.
Condition: 
 Cause/reason: 
timer
1:00
Contrast
Sequence, addition
Cause/reason
Example
Also
In addition
Because
Since
Although
But
Instead
Yet
For example
For instance
Such as
However
After all
Lastly

Slide 10 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

The goalkeeper tested positive for COVID-19. ..... he has been left out of the team.
A
Likewise
B
Therefore
C
Instead of
D
However

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

He got a promotion. _______, he works hard!
A
therefore
B
likewise
C
however
D
after all

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Linking paragraphs

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spelling & punctuation
- Commas and full-stops (, .)
- Apostrophes  (don't, Linda's book)
- Spelling of words
Not sure? You are allowed a dictionary, use it.
- Distinction between capital (A)/lowercase (a) letters
(I, first word of a sentence, days of the week, months of the year, holidays, countries, languages, nationalities, religions, people's names and title, places, company names and organisations)

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

your vs. you're

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

there vs. they're vs. their

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

____ house is over ____.
A
There, their
B
They're, there
C
Their, they're
D
Their, there

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

I don't know where ... going
A
there
B
their
C
they're

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

_____ all very nice students!
A
Your
B
You're

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

.... teacher is very nice!
A
Your
B
You're

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

When I do not know a word, I .... use a dictionary
never
hardly ever
sometimes
often
very often

Slide 28 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Controlevragen bij woordenboekgebruik
  1. zoek ik een werkwoord / zelfstandig naamwoord (ZN) / bijvoegelijk naamwoord (BNW), enz.
  2. past de eerste betekenis het beste bij mijn zin, of moet ik verder lezen, kijk ook naar de voorbeelden!!!

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Finished!
Well done, you have finished today's lesson.
Now you ...
- know what is expected of you for the writing test.
- know how to structure your composition.
- can avoid common mistakes in writing.
- know what linking words are and you can use them in your writing.

See you next lesson!

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Word order

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Word order

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Put in the right order:
he - new - song - now - is - a - singing .

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the right order:
stay - up - late - on - weekdays - do mum - and - dad - not .

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Put in the right order:
in - the - has - breakfast - always -kitchen - Jack .

Slide 35 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Peer-feedback
- Specific:  Link your feedback to a specific part of the writing.
- Prescriptive:  Offer a solution to the problem you find.
- Actionable:  When the feedback is read, the writer should know how to improve.
- References:  The feedback has to do with the criteria you see in the checklist
- Kind:  Don't be mean, be critical and helpful

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tips
- Organise your thoughts and ideas. 
- Do not forget about paragraphs (use a blank line to start a new paragraph).
- Always check and edit your work before you hand it in.
- Avoid words like gonna, stuff, homie etc.
- I should be able to read your work (handwriting).

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Correct the sentences

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Everyone have seen that movie.

Slide 39 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Jack is terrible upset about losing his keys.

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I have lived in canada since 10 months.

Slide 41 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

He can speak Japanese because he was born in Canada.

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Milk includes a lot of vitamins.

Slide 43 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

After I had a shower I began to dress myself.

Slide 44 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

We sold more newspapers then we did last year.

Slide 45 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Kevin is extreme clever.

Slide 46 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I love you to.

Slide 47 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

I am sure it is autumn because the tree lost all it's leaves.

Slide 48 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Finished!
Well done, you have finished today's lesson.
Now you ...
- know what is expected of you for the writing test.
- know how to structure your composition.
- can avoid common mistakes in writing.
- know what linking words are and you can use them in your writing.

See you next lesson!

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies