3.3 Landbouw in de Verenigde Staten

3.3 Landbouw in de Verenigde Staten
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

3.3 Landbouw in de Verenigde Staten

Slide 1 - Tekstslide

Deze les:
  • Uitleg 3.3 Landbouw in de Verenigde Staten
  • Nakijken via learnbeat
  • Werken

Slide 2 - Tekstslide

Landbouw in de VS
Welk grondgebruik afhankelijk van:
  • klimaat
  • reliëf 
  • hoeveel (grond)water beschikbaar
Aquifer
Een laag in de ondegrond met veel grondwater (Het water zakt niet verder weg omdat er een ondoordringbare laag onder zit.),

Slide 3 - Tekstslide

Akkerbouw
Akkerbouw:
  • 24% landoppervlak
  • intensieve landbouw
  • handelsgewassen 
  • voedselgewassen 
Handelsgewassen
Handelgewassen: 
  • tarwe, soja, mais
  • Great Plains (irrigatie met grondwater)
  • Soybean-Corn Belt (belt = gespecialiseerde landbouwgordel)
Voedselgewassen
Voedselgewassen: 
  • groenten, fruit, wijndruiven, tabak
  • voormalige Cotton Belt
  • in het westen, zoals Central Valley

Slide 4 - Tekstslide

Veeteelt
Veeteelt:
  • 36% landoppervlak
  • Melk en zuivelproducten: Dairy Belt
  • Vleesindustrie: steeds vaker intensieve veeteelt - feedlot
Intensieve veeteelt
Intensieve veeteelt = veel dieren op weinig grond
Extensieve veeteelt
Extensieve veeteelt = weinig dieren op veel grond
Gebieden waar:
  • weinig neerslag valt.
  • weinig water beschikbaar is voor irrigatie of grote hoeveelheden vee.
  • bodem niet geschikt is voor akkerbouw.

Slide 5 - Tekstslide

Bosbouw
Bosbouw:
  • verspreid over de VS: vaak gebieden die minder geschikt zijn voor veeteelt en akkerbouw.
  • timmerhout, stookhout, houtsnippers voor biomassa, vruchten, noten

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

10 Welk klimaat in de Verenigde Staten heeft het grootste verschil tussen zomertemperatuur en wintertemperatuur?
A
het hooggebergteklimaat
B
het landklimaat
C
het mediterraan klimaat
D
het toendraklimaat

Slide 8 - Quizvraag

vraag

Slide 9 - Tekstslide

antwoord

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Nu doen:
  • Maak van 3.3 minimaal: 2, 3b, 3de, 4ade, 5de, 6c en check de deelvragen (blz. 52).
  • Maak de examentraining.
  • Leer H1 en H2 

Slide 13 - Tekstslide