Argumenteren

ARGUMENTEREN
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

ARGUMENTEREN

Slide 1 - Tekstslide

Doelen
  1. Je kent de begrippen standpunt, argument en tegenargument.
  2. Je kent soorten argumenten. 
  3. Je weet drogredenen zijn. 
  4. Je kunt aangeven of een argumentatie betrouwbaar is of niet. 

Slide 2 - Tekstslide

Standpunt

Standpunt: mening over iets
                         positief, negatief of twijfelachtig

Signaalwoorden: ik vind dat, volgens mij, ik denk dat, dus,                                                  daarom, kortom, mijn conclusie is

Slide 3 - Tekstslide

Argument
Argument: verdediging of aanval van een standpunt

Signaalwoorden: want, omdat, namelijk, aangezien, immers

Feitelijke argumenten: waar of onwaar, controleerbaar (het is zo, òf niet).                                                  
                                                 Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want die zit bij mij om de hoek. 

Waarderende argumenten: argument geeft aan dat iets (on)wenselijk, (on)gepast, mooi of lelijk,
                                                          goed of slecht is. 
                                                          Ik ga boodschappen doen bij de Jumbo, want ik vind het een fijne
                                                          winkel. 

Slide 4 - Tekstslide

Tegenargument
Tegenargument: ontkracht het standpunt of een argument.


Slide 5 - Tekstslide

Argumentatieschema's
Argumentatie kan gebaseerd zijn op:
  1. oorzaak en gevolg
  2. kenmerk en eigenschap
  3. voor- en nadelen
  4. voorbeelden
  5. vergelijking
  6. autoriteit

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
Tekst
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg

Slide 8 - Quizvraag

De opwarming van de aarde zorgt ervoor dat arme landen steeds meer problemen krijgen met hun watervoorziening. Zij hebben geen geld om water uit andere gebieden te halen, waardoor de tekorten aan drinkwater verder toenemen en het nog moeilijker wordt om voedsel te verbouwen
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg.

Slide 9 - Quizvraag

Wij vonden het een prima appartement met een heerlijk terras en ideaal vlakbij zee. Negatief was dat de bedden compleet doorgelegen waren. Ook hadden wij nauwelijks warm water in de douche. En tot slot hadden wij erg veel kakkerlakken. Met kleine kinderen is dat niet echt prettig. Het waren gelukkig maar hele kleintjes, maar toch niet echt aangenaam. Al met al denk ik dat we de volgende keer toch een andere accommodatie boeken.
A
argumentatie op basis van vergelijking
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 10 - Quizvraag

Het was mooi om te zien dat zoveel supporters ons kwamen steunen. Ook bij een eerdere uitwedstrijd was dit het geval en toen liep het goed af. Ik verwacht zaterdag met twee bussen supporters dan ook een overwinning bij de wedstrijd tegen Amsterdam.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van voor- en nadelen
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 11 - Quizvraag

Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we zeker weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
argumentatie op basis van voorbeelden
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 12 - Quizvraag

Klimaatverandering is zeker van invloed op de gezondheid van de mensen. Vooral oudere mensen kunnen slecht tegen hitte. Er zullen daardoor alleen in Europa al nog meer mensen overlijden dan de tienduizenden mensen die nu al per jaar door de hitte sterven.
A
argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
B
argumentatie op basis van vergelijking
C
argumentatie op basis van voorbeelden
D
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap

Slide 13 - Quizvraag

Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
A
argumentatie op basis van voor- en nadelen
B
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
C
argumentatie op basis van vergelijking
D
argumentatie op basis van voorbeelden

Slide 14 - Quizvraag

Suiker blijkt veel ongezonder dan onverzadigd vet te zijn. Het Voedingscentrum presenteert dit in zijn nieuwe Schijf van Vijf en biedt alternatieven.
A
argumentatie op basis van autoriteit
B
argumentatie op basis van voorbeelden
C
argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
D
argumentatie op basis van vergelijking

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn drogredenen?

Slide 16 - Woordweb

Drogredenen
Onjuiste argumenten noemen we drogredenen. Het argument lijkt aannemelijk, maar klopt dus niet. 

Twee groepen:
  1. onjuist gebruik van argumentatieschema's
  2. overtreden van discussieregels

Slide 17 - Tekstslide

Drogreden
Een drogreden is dus een reden of redenering die niet klopt, maar wel aannemelijk lijkt. Drogredenen worden vaak in discussies gebruikt, maar ook wel in andere situatie

Slide 18 - Tekstslide

Onjuist gebruik argumenatieschema's
  1. onjuist beroep op oorzaak-gevolgschema (onjuist beroep op causaliteit)
    (Jeroen zal nooit zijn vwo-diploma halen, want bij hem thuis hebben ze nog steeds geen internet.)
  2. onjuist beroep op kenmerk of eigenschap schema
    (Meneer Van Dam kan goed met pubers opschieten, dus hij zal vast een goede docent zijn.)
  3. onjuist beroep op voor- en nadelenschema
    (overdrijven voor- en nadelen: Je moet gaan hardlopen. Je geheugen wordt beter, je wordt fitter en je geheugen gaat met sprongen vooruit. 
    Vals dilemma: Je moet SP stemmen, tenzij je een rechtse regering wil.

Slide 19 - Tekstslide

Vervolg
4. onjuist beroep op voorbeeldschema: overhaaste generalisatie.
(In Spanje worden nog steeds stierengevechten gehouden. Zuid-Europeanen hebben geen respect voor dieren)
5. Onjuist beroep op vergelijkingsschema: verkeerde vergelijking.
(In de trein hoeven geen toiletten te zitten. In de bus zijn ook geen wc's.)
6. Onjuist beroep op autoriteit. 
(De jury bij de turnwedstrijd had geen enkele fout gemaakt. Dat vond Rutte ook.)

Slide 20 - Tekstslide

Overtreden discussieregels
  1. Persoonlijke aanval. 
    (Wat weet een dronkenlap als jij nou van politiek. )
  2.  Ontduiken van bewijslast. 
    (Bewijs jij maar eens dat je dat artikel zelf hebt geschreven.)
  3. Vertekenen van het standpunt.
    (Wie zwijgt, stemt toe.) (Je wil de kerstsfeer verpesten door te zeggen dat je een vegetarisch kerstdiner wil.)

Slide 21 - Tekstslide

Vervolg
4. Bespelen van het publiek.
(Alleen hele domme mensen zullen het niet met mij eens zijn.)
5. Cirkelredenering.
(Ik heb dat niet gestolen, want ik ben geen dief.)

Slide 22 - Tekstslide

Drogredenen in de praktijk
Welke drogredenen zie je in onderstaande video's?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Welke drogreden?
A
Persoonlijke aanval
B
Bespelen van het publiek

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Video

Welke drogreden?
A
Verkeerde vergelijking
B
Cirkelredenering
C
Vals dilemma

Slide 27 - Quizvraag

Slide 28 - Video

Welke drogreden?
A
Vertekenen van het standpunt
B
Onjuist beroep op kenmerk- of eigenschapsschema
C
Ontduiken bewijslast
D
Overhaaste generalisatie

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

Welke drogreden?

Slide 31 - Open vraag

Tussentoets
Ga naar Taalblokken
Bouwsteen Hoofdstuk 6

Maak de tussentoets.

Slide 32 - Tekstslide