In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Dulon-online
18 april is de deadline
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wanneer vind jij het verantwoord om een behandeling te staken of euthanasie toe te passen?
Slide 7 - Woordweb
Wat is 'palliatieve sedatie'?
Slide 8 - Woordweb
Palliatieve sedatie
Palliatieve sedatie = opzettelijke bewustzijnsverlaging van een zorgvrager in de laatste levensfase
Kan worden ingezet door arts als de levensverwachting 1-2 weken is en er sprake is van onvoldoende comfort. Bijvoorbeeld:
Ondanks palliatieve zorg is er geen of onvoldoende verlichting
De behandeling heeft bijwerkingen die belastend zijn voor de zorgvrager
Klachten kunnen lichamelijk, psychisch, sociaal, existentieel zijn, of een combi ervan
Slide 9 - Tekstslide
Lichamelijke vermoeidheid
Ook lichamelijke uitputting (intense moeheid) kan een rol spelen in het stadium waarin zorgvrager zich bevindt en kan bijdragen aan ernstig lijden:
lichamelijke uitputting bepaalt mede de draagkracht van de zorgvrager. Dit kan leiden tot de conclusie dat er geen ruimte meer is om redelijke andere interventies dan palliatieve sedatie in te zetten.
Slide 10 - Tekstslide
Waarmee sederen?
Veel gebruikt sedativa: Dormicum (Midazolam, een benzodiazepine) soms in combinatie met morfine.
Vleugelnaaldje
Pomp of handmatig
Slide 11 - Tekstslide
Wat is euthanasie?
Slide 12 - Woordweb
Euthanasie
Artsen kunnen in bijzondere gevallen een patiënt helpen met sterven. Dat heet euthanasie of hulp bij zelfdoding. Artsen doen dat alleen als een patiënt daar zelf om vraagt. In de euthanasiewet staan alle regels die gelden bij euthanasie of hulp bij zelfdoding.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Waarom heeft Maarten hiervoor gekozen?
Slide 15 - Woordweb
6 eisen
1. Vrijwillig en goed over nagedacht
2. Uitzichtloos en ondraaglijk lijden
3. Informeren over de situatie en de vooruitzichten
4. Geen redelijke andere oplossing
5. Raadplegen onafhankelijke arts
6. Medisch zorgvuldige uitvoering
Slide 16 - Tekstslide
Bij welke aandoeningen kan euthanasie?
De meeste mensen die euthanasie vragen en krijgen, zijn zo ernstig ziek dat ze niet meer beter worden. Iemand hoeft niet bijna dood te gaan, voordat euthanasie mag. Volgens de wet mag euthanasie alleen bij mensen die lijden door een medische oorzaak.
Slide 17 - Tekstslide
Wanneer kan euthanasie niet?
Volgens de wet mag euthanasie niet:
als mensen gezond zijn;
‘moe zijn van het leven’ of hun leven ‘voltooid’ vinden.
Slide 18 - Tekstslide
Arts/VPK/VZ hoeft niet mee te werken aan euthanasie
Volgens de wet heeft niemand recht op euthanasie. Een arts mag dus ook een vraag om euthanasie weigeren. Ook als de patiënt opgeschreven heeft wat hij wil. Of als de situatie van de patiënt past bij alle eisen van de wet. Als een arts de euthanasie niet zelf wil uitvoeren, moet hij dit altijd tegen de patiënt zeggen. Dan kan de patiënt naar een andere arts. Soms stuurt de arts een patiënt naar het Expertisecentrum Euthanasie.
Hier kunnen mensen naartoe met een euthanasieverzoek als de eigen (huis)arts het verzoek niet kan of wil uitvoeren. Het verzoek van de patiënt moet wel voldoen aan alle zorgvuldigheidseisen.
Slide 19 - Tekstslide
Verschil euthanasie en hulp bij zelfdoding
Bij euthanasie geeft een arts de patiënt een dodelijk medicijn.
Bij hulp bij zelfdoding geeft de arts een dodelijk medicijn aan de patiënt. Maar de patiënt neemt deze zelf in.
Slide 20 - Tekstslide
Verschil palliatieve sedatie en euthanasie
Een einde maken aan het leven van iemand anders is strafbaar. Ook als de patiënt er zelf om vraagt bij de arts. Soms willen mensen niet meer leven. Bijvoorbeeld omdat ze ernstig ziek zijn, pijn lijden of moeite hebben met ademhalen. Soms mag een arts euthanasie of hulp bij zelfdoding verlenen. Bijvoorbeeld als iemand niet meer beter wordt. Of als niets meer aan het lijden te doen is. De arts is niet strafbaar als hij zich houdt aan alle 6 eisen uit de wet. Die 6 eisen heten samen de zorgvuldigheidseisen. Dit staat in de euthanasiewet.
Slide 21 - Tekstslide
Slide 22 - Video
Wat vind je van het vorige filmfragment?
Slide 23 - Woordweb
Slide 24 - Tekstslide
Terminale zorg
Bij de overgang van het ziekbed naar het sterfbed moet serieus worden stilgestaan.
Dat wordt niet door een moment bepaald, maar is een proces dat langzamerhand op gang komt en duidelijk wordt. Wanneer de behandeling van de ziekte te zwaar wordt voor de zorgvrager en het eigenlijk niet zoveel zin meer heeft wordt er nagedacht om over te gaan op palliatieve zorg. De conclusie kan dan bijvoorbeeld worden; stoppen met de zorg rondom de ziekte, dus ook medicatie stop en eventueel voeding, dan zullen alle terminale mogelijkheden kunnen worden toegepast.
Bij het sterfbed is het streven naar een zo’n prettige mogelijke situatie voor de stervende zorgvrager.
Slide 25 - Tekstslide
Wat doe jij als zorgverlener?
Deze zorg zal met aandacht en met de juiste intentie gegeven moeten worden:
1. de manier zoals de zieke dat wenst en nog aankan. Bijvoorbeeld onder de douche, op bed of in bad.
2. het is ook van belang dat van de algehele dagelijkse lichamelijke verzorging geen aspecten vergeten worden, zoals tanden poetsen en scheren. De zieke zal moeten aangeven wat hij gewend is.
Slide 26 - Tekstslide
3.daarnaast zullen de extra verzorgende en verpleegkundige onderdelen met zorg moeten worden uitgevoerd. Daarbij valt te denken aan wondverzorging, medicatie en preventieve handelingen zoals het voorkomen van decubitus.
4. het is heel belangrijk om tijdens de bezigheden goed te observeren hoe de zorgvrager zich voelt; met name of er pijn, misselijkheid of obstipatie is. kijken naar mogelijkheden in overleg met een andere hulpverlener.5. ken je eigen deskundigheid - Deskundige inbreng van het eigen vakgebied is noodzakelijk, en als er iets is dat je toch niet weet of niet kunt oplossen, probeer dan de juiste persoon te vinden die je verder kan helpen.
Ken de protocollen:
Laatste zorg/overlijden
3. De zorginterventies moeten met zorg worden uitgevoerd. Daarbij valt te denken aan wondverzorging, medicatie en preventieve handelingen zoals het voorkomen van decubitus.
4. het is heel belangrijk om tijdens de bezigheden goed te observeren hoe de zorgvrager zich voelt; met name of er pijn, misselijkheid of obstipatie is. kijken naar mogelijkheden in overleg met een andere hulpverlener.
5. Ken je eigen deskundigheid - Deskundige inbreng van het eigen vakgebied is noodzakelijk, en als er iets is dat je toch niet weet of niet kunt oplossen, probeer dan de juiste persoon te vinden die je verder kan helpen.