Les Heures

Doelen:
- ik weet hoe ik klok moet kijken in het Frans
- ik heb geoefend met de getallen 1 t/m 12

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Doelen:
- ik weet hoe ik klok moet kijken in het Frans
- ik heb geoefend met de getallen 1 t/m 12

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

les heures
Quelle heure est-il?

Il est ...


Tip!-> kijk op p. 59

Slide 3 - Tekstslide

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 4 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 5 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 over 
il est une heure cinq
il est deux heures dix
il est trois heures vingt
etc.


Slide 6 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 7 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 voor 
il est une heure moins cinq
il est deux heures moins dix
il est trois heuremoins vingt
etc.


Slide 8 - Tekstslide

Les heures.
Om te zeggen hoe laat het is gebruik je: Il est .... heures.
Twaalf uur 's middags = midi
Twaalf uur 's nachts = minuit
Kwart over ... = Il est ... heures et quart
Half ... = Il est ... heures et demie
Kwart voor ... = Il est ... heures moins le quart

Slide 9 - Tekstslide

Noteer 6 Franse woorden
die met de klok
te maken hebben

Slide 10 - Woordweb

Il est midi.
A
Het is middag.
B
Het is 12 uur 's middags.
C
Het is tijd.
D
Het is 12 uur 's nachts.

Slide 11 - Quizvraag

Il est huit heures et quart.
A
Het is 8 uur.
B
Het is 10 over 8.
C
Het is kwart over 8.
D
Het is kwart voor 8.

Slide 12 - Quizvraag

Il est cinq heures et demie.
A
Het is half 5.
B
Het is 5 uur.
C
Het is kwart over 5.
D
Het is half 6.

Slide 13 - Quizvraag

Il est trois heures moins 20.
A
Het is 20 over drie.
B
Het is tien voor half 4.
C
Het is 10 over half 3.
D
Het is tien over half 4.

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
trois heures dix

Slide 15 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
sept heures et demie

Slide 16 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over vijf

Slide 17 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Nederlands:
minuit moins le quart

Slide 18 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
kwart over 12 's middags

Slide 19 - Open vraag

Vertaal de kloktijd in het Frans:
10 voor 7 ('s morgens)

Slide 20 - Open vraag

Welke tijd is het vroegst?
A
sept heures dix
B
sept heures moins cinq
C
sept heures vingt
D
sept heures

Slide 21 - Quizvraag

Welke tijd is correct gespeld?
A
Il est trois heure et demie.
B
Il est trois heures et demi.
C
Il est trois heures et demie.
D
Il est trois heurs et demie.

Slide 22 - Quizvraag

Hoe laat begint de grote pauze?
Geef antwoord in het Frans.

Slide 23 - Open vraag

Hoe laat is (in het normale rooster) het
vijfde uur afgelopen? (in het Frans)

Slide 24 - Open vraag

Zet de tijden van vroeg naar laat:
(sleep blauw over rood)
deux heures moins dix
deux heures vingt
deux heures moins le quart
deux heures et demie
deux heures cinq

Slide 25 - Sleepvraag

Nu aan de slag met de exercices
Ex. 9 p. 59

Slide 26 - Tekstslide