Stunde 1 (Possessivpronomen)

Coronawoche 2
Doel van de les: Je kent de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits en je kunt ze in een gesprek gebruiken. 

Opbouw van de les: Je gaat eerst de tijdwoorden en de regels voor der, die en das herhalen. Daarna krijg je uitleg over een nieuw onderwerp: de bezittelijke voornaamwoorden. Hierover maak je een aantal digitale oefeningen. Tot slot speel je de grammaticaspelletjes in ons online boek. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je tekstboek, evtl je werkboek, de online versie van ons boek  
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Coronawoche 2
Doel van de les: Je kent de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits en je kunt ze in een gesprek gebruiken. 

Opbouw van de les: Je gaat eerst de tijdwoorden en de regels voor der, die en das herhalen. Daarna krijg je uitleg over een nieuw onderwerp: de bezittelijke voornaamwoorden. Hierover maak je een aantal digitale oefeningen. Tot slot speel je de grammaticaspelletjes in ons online boek. 

Wat heb je nodig? Deze presentatie, je tekstboek, evtl je werkboek, de online versie van ons boek  

Slide 1 - Tekstslide

Wiederholung
Wir wiederholen (herhalen) die Uhrzeit. 
Mache die Aufgaben auf den folgenden zwei Folien. 

Slide 2 - Tekstslide

Wie sagt man die Uhrzeit 08:45?
2 Antworten sind richtig.
A
Es ist null Uhr acht und fünfundvierzig
B
Es ist acht Uhr fünfundvierzig
C
Es ist ein Kwart vor neun.
D
Es ist viertel vor neun.

Slide 3 - Quizvraag

Wie sagt man die Uhrzeit 12:30?
2 Antworten sind richtig.
A
Es ist zwölf Uhr dreißig.
B
Es ist halb eins.
C
Es ist half eins.
D
Es ist twelf Uhr dreizig.

Slide 4 - Quizvraag

Wiederholung
Wir wiederholen der, die und das

Mache die Aufgaben auf den folgenden zwei Folien: Schleppe (sleep) die Wörter auf den richtigen Platz (plek). 

Slide 5 - Tekstslide

der
die
das
mannelijke personen / dieren
zaaknamen die eindigen op -e
namen van dagen, maanden, jaargetijden en windrichtingen
vrouwelijke personen en dieren
woorden op -heit, -keit, -schaft, -ung, -ik, -ion, -tät 
woorden die in het Nederlands "het-woorden" zijn
woorden die eindigen op -chen en -lein

Slide 6 - Sleepvraag

der
die
das
Landschaft
Sonntag
Januar
Winter
Übung
Musik
Osten
Mädchen
Brot
Katze
Büchlein
Tiger

Slide 7 - Sleepvraag

Nieuwe grammatica: het bezittelijk voornaamwoord
We gaan nu de bezittelijke voornaamwoorden in het Duits leren. 
De uitleg is in het Nederlands. 
Op de volgende slide herhaal je kort de regels voor het onbepaalde lidwoord ein en het woord kein. De regels zijn belangrijk, om het persoonlijke voornaamwoord te kunnen begrijpen. 

Slide 8 - Tekstslide

der = mannelijk, die = vrouwelijk, das = onzijdig. Maar wanneer gebruik je "(k)ein" en wanneer "(k)eine"?

Slide 9 - Open vraag

Het bezittelijke voornaamwoord
Bekijk nu de uitleg over het bezittelijke voornaamwoord in de video op de volgende slide. 

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Üben, üben, üben... 
Maak nu opdracht 46 t/m 50 in je online boek (Neue Kontakte). 

--> Zorg dat je bij elke opdracht minstens 70% van de antwoorden goed hebt. Als dat niet lukt, lees de uitleg in je tekstboek op pagina 34. Maak de opdrachten dan nog een keer. 

Slide 12 - Tekstslide

Üben, üben, üben
Nu gaan we spreken! Pak je vader, moeder, stiefmoeder, broer, zus, of wie dan ook in je huis die kan lezen en praten :-) 

Pak je werkboek, pagina 112 en maak samen met de andere persoon opdracht 54. Let op de uitgangen van de bezittelijke voornaamwoorden! 

Slide 13 - Tekstslide

Zeit zum Spielen
Spiele in deinem online Buch:
- 10 Minuten C Grammatik Extra Game
- 10 Minuten I Grammatik Extra Game 

Slide 14 - Tekstslide

Noteer: Wat heb je in deze les geleerd?

Slide 15 - Open vraag

Zum Schluss
Huiswerk: 
Leer de bezittelijke voornaamwoorden. Je moet weten:
- wat de VERTALINGEN van de bezittelijke voornaamwoorden zijn
- wanneer het bezittelijke voornaamwoord de UITGANG -e krijgt en wanneer niet. 

--> Ik heb een WRTS-groep voor jullie gemaakt. Hier kun je de bezittelijke voornaamwoorden oefenen. Ook de getallen en tijdwoorden staan in de groep. Via de link op Magister (in je agenda bij het huiswerk) kun je in de groep inschrijven. 


Slide 16 - Tekstslide