Herhaling H3 Klimaten

Herhaling H3
Klimaten
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling H3
Klimaten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen? 
Herhaling
Leren

Slide 2 - Tekstslide

Nederland heeft een gematigd zeeklimaat omdat ...
A
Nederland in de lijzijde van een gebergte ligt
B
Het in Nederland 's winters erg koud is
C
Nederland op de evenaar ligt
D
Nederland dicht bij de zee ligt

Slide 3 - Quizvraag

       Klimaten wereldwijd

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een klimaat?
A
Een klimaat is het weer in de hele wereld.
B
Een klimaat is het weer op een bepaald moment.
C
Een klimaat is het gemiddelde weer in een gebied in 30 jaar.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Hoge breedte
Hoge breedte
Lage breedte

Slide 8 - Sleepvraag

Klimaatsysteem van Köppen

Overzicht van het klimaatsysteem van Köppen.

kleine s = summer (droge periode)
kleine w = winter (droge periode)
kleine f = zonder droog seizoen

Slide 9 - Tekstslide

Welk klimaat ligt rondom de evenaar?
A
tropisch regenwoudklimaat
B
steppeklimaat
C
woestijnklimaat
D
toendraklimaat

Slide 10 - Quizvraag

Welk kenmerk past bij het woestijnklimaat?
A
Temperatuur: erg heet of minder warm Neerslag: bijna geen neerslag
B
Temperatuur: erg heet Neerslag: bijna geen neerslag
C
Temperatuur: erg heet of minder warm Neerslag: veel neerslag
D
Temperatuur: erg heet Neerslag: veel neerslag

Slide 11 - Quizvraag

Het landklimaat kom je tegen in....?
A
Duitsland
B
Rusland
C
Nederland
D
Zweden

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het koudste klimaat op aarde?
A
tropisch regenwoud klimaat
B
savanneklimaat
C
toendraklimaat
D
poolklimaat

Slide 13 - Quizvraag

Savanne klimaat
Toendra klimaatt
Tropisch regenwoud- klimaat
Landklimaat
Woestijn- klimaat
Steppe klimaat

Slide 14 - Sleepvraag

3.2 Temperatuurverschillen op aarde 

Slide 15 - Tekstslide



De atmosfeer is
A
De luchtlaag om de aarde
B
Het wolkendek om de aarde
C
Het broeikaseffect in de aarde
D
Het condensatieproces in de lucht

Slide 16 - Quizvraag

Op hoge breedte is het kouder dan op lagere breedte:

1. Zon straalt schuin in, verwarmt groter oppervlak.

2. Zonnestralen leggen langere weg door de atmosfeer af.

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Sleepvraag

3.3 Het verschil tussen zomer en winter

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Is het op de afbeelding in Europa winter of zomer?
A
winter
B
zomer

Slide 21 - Quizvraag


3.4 Water: teveel of te weinig

Slide 22 - Tekstslide

Lange waterkringloop
Korte waterkringloop

Slide 23 - Tekstslide

Luchtdruk
Hogedrukgebied
Lagedrukgebied

Slide 24 - Tekstslide







stuwingsregen                 frontale regen                  stijgingsregen
3 soorten regen

Slide 25 - Tekstslide

Paragraaf 3.5
Nederland, een gematigd zeeklimaat

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Paragraaf 3.6
Weer en klimaat in Nederland

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Zeespiegelstijging
  1. Temperatuur aarde stijgt.
  2. IJskappen smelten.
  3. Water in zee stijgt.
  4. Nederland ligt onder de zeespiegel. 
  5. We moeten ons nog meer beschermen. 

Slide 30 - Tekstslide