Ik kan vertellen over mijzelf, mijn familie en mijn omgeving
Ik ken en kan de woorden over het lichaam
Ik kan praten over emoties
Ik kan informatie op een poster of folder vinden
Ik ken en kan de woorden voor alles op school
Ik kan klokkijken in het Nederlands
Ik kan uitleggen wat ik wil hebben in school/winkel
Ik kan een groepje toespreken / een speech houden
Ik kan een formulier invullen en informatie opvragen op het Internet
Ik kan met pen beschrijven wat ik op een plaatje zie
Ik kan punten, hoofdletters en komma’s gebruiken
Ik kan een eenvoudige zin maken in het Nederlands